6 Montage
6.7.9
Dakdoorvoer verkorten
1
Dakdoorvoering
2
Bevestigingsklem
3
Buitenbuis van de dak-
doorvoer
1.
Trek de aansluitmof (5) uit de buitenbuis (3).
2.
Verkort de buitenbuis (3) en binnenbuis evenveel.
–
Verkortingswaarde: ≤ 20 cm
3.
Steek de aansluitmof (5) opnieuw in de buitenbuis (3).
4.
Monteer alle rookgascomponenten onder het dak.
5.
Monteer alle rookgascomponenten boven het dak (ver-
lengstukken, mondingsstuk, klemmen).
6.
Monteer alle leidinghouders.
7.
Monteer de bevestigingsklem van de dakdoorvoer aan
het dakspant of het plafond.
Voorwaarden: Mondingshoogtes van meer dan 1,5 m nodig
▶
Stabiliseer de dakdoorvoer. (→ Pagina 34)
6.7.10 Rookgasleiding stabiliseren
Voorwaarden: De dakdoorvoer steekt meer dan 1,5 m over de dakpan (3)
uit.
4
▶
Span de dakdoorvoer boven het dak af.
1.
Monteer aan alle verbindingspunten boven de dakpan
klemmen (1).
34
1
2
3
4
5
4
Binnenbuis van de dak-
doorvoer
5
Aansluitmof
1
2
3
2.
Monteer een leidinghouder (2) aan de leiding boven het
dak.
3.
Verbind deze leidinghouder door plaatjes (4) of kabels
met de dakconstructie.
6.7.11 Verlengstuk inkorten
2
1.
Trek de rookgasbuis (2) uit de buitenbuis (1).
2.
Verkort de rookgasbuis en buitenbuis in een rechte
hoek aan de gladde zijde op dezelfde hoogte.
–
Verkort rookgasbuis en buitenbuis aan de van de
mof afgekeerde zijden.
3.
Schuif de rookgasbuis (2) opnieuw in de buitenbuis (1).
Waarschuwing!
Risico op verwondingen door onderdelen
die naar beneden vallen!
Op de buitenbuis van het inkortbare verleng-
stuk bevindt zich onderaan geen rib, de klem
kan het buizenstelsel niet stabiliseren.
▶
Plaats een extra buishouder voor de bui-
tenmuur. Zo komt het stelsen bij windsto-
ten niet los.
4.
Plaats net boven het verkorte verlengstuk een extra
buishouder voor de buitenmuur.
Montagehandleiding VLT/VGA voor ecoTEC plus 0020149601_01
1