BRANDDETECTIE LUSSEN
De melders (drukknoppen en detectoren) zijn verbonden met de centrale via een tweedraadslijn waarop meerdere
melders kunnen gekoppeld worden. Eén zo'n tweedraadslijn noemt men een lus. Op één GMC+ centrale kunnen
6 van deze lussen aangesloten worden. Naast branddetectoren en drukknoppen kunnen op de lussen ook
input/output modules, gasdetectoren, enz. aangesloten worden.
Om meer overeenstemming te bereiken met de werkelijke indeling van het gebouw worden zones gedefinieerd. Dit
zijn groepen van melders die geografisch samen horen, doch niet op dezelfde fysische lus hoeven te zijn aangesloten.
Elke melder heeft een eigen adresnummer. De lussen zijn bidirectioneel, alle meetwaarden van de individuele
detectoren worden in digitale vorm verzonden naar de centrale. De lussen zijn fysisch een tweedraadsleiding (getwist
paar). De lussen zijn volledig compatibel met kortsluitisolators. Indien men de lus uitvoert als gesloten ring, dan zal
bij lijnbreuk op de lus, de lus langs beide zijden gevoed worden, zodat alle detectoren en drukknoppen actief blijven.
Bij kortsluiting zal enkel het gedeelte van de lus uitvallen dat zich tussen de twee kortsluitisolators bevindt waar de
kortsluiting optreedt.
Het instellen van het adresnummer gebeurd voor de meeste melders vanop afstand met het LaserBox toestel,
voor een aantal andere modules gebeurd dit d.m.v. een dip-switch. De adresnummers worden zoveel mogelijk in
logisch opvolgende nummering uitgevoerd t.o.v. het fysisch traject van de lus. Dit geeft als voordeel dat men een
duidelijker plaatsaanduiding bij storingsmeldingen krijgt. In principe kan men ook aftakkingen op de lus maken,
doch dan heeft men enerzijds geen mogelijkheid meer om met een volledige teruggaande lus te werken en
anderzijds worden storingsmeldingen ingewikkelder.
Kortsluitmodules worden meestal gebruikt op de overgang van de geografische 'zones'. Sommige melders zoals
handbrandmelders ('drukknoppen') bevatten een ingebouwde kortsluit module.
Volgens de normen moet men minstens om de 32 melders één kortsluitisolator gebruiken, zodat bij kortsluiting
op de lus nooit meer dan 32 melders uit dienst zijn.
Aansluiting:
12