2. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
3. Schakel de computer uit.
4. Als de computer op een dockingstation zoals een optionele Media Base of slice-batterij is aangesloten, dient u deze los te koppelen.
WAARSCHUWING:
de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
5. Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer.
6. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
7. Plaats de computer ondersteboven op een schone en vlakke ondergrond.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat u het beeldscherm sluit als het systeem een laptop is. U voorkomt schade aan de systeemkaart
door de hoofdbatterij te verwijderen voordat u de computer een onderhoudsbeurt geeft.
8. Verwijder de hoofdbatterij.
9. Zet de computer met de bovenzijde omhoog.
OPMERKING:
Open het beeldscherm als het systeem een laptop is.
10. Druk op de aan/uit-knop om de systeemkaart te aarden.
WAARSCHUWING:
het chassis aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer.
Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische
elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
11. Verwijder eventueel geïnstalleerde ExpressCards of smartcards uit de sleuven.
Uw : Windows 10
WAARSCHUWING:
U voorkomt gegevensverlies door alle geopende bestanden op te slaan en te sluiten. Sluit vervolgens
alle geopende programma's voordat u de computer uitzet .
1. Klik of tik op het
2. Klik of tik op
en klik of tik vervolgens op Afsluiten.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de computer en alle aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop 6
seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het
besturingssysteem afsluit.
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Nadat u de onderdelen heeft vervangen of teruggeplaatst dient u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. weer aan te sluiten voordat u
de computer inschakelt.
WAARSCHUWING:
U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die speciaal voor deze
Dell-computer is bedoeld. Gebruik geen batterijen die voor andere Dell-computers zijn bedoeld.
1. Sluit externe apparaten, zoals een poortreplicator of een mediastation aan en plaats alle kaarten, zoals een ExpressCard, terug.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING:
u de kabel vervolgens aan op de computer.
3. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
4. Zet de computer aan.
Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit
Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van
.
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit
Aan de computer werken
7