OPMERKING:
Als een van beide onderdelen niet goed meer werkt, moet zowel de voedingsconnectorpoort als de micro-seriële
poort worden verwijderd.
Micro-seriële poorten en stroomconnectorpoort plaatsen
1. Plaats de voedingsconnectorpoort en de micro-seriële poort in het slot op het chassis.
2. Lijn de metalen beugels uit waarmee de poorten op het systeemchassis worden bevestigd.
OPMERKING:
De beugel van de USB-C-poort wordt gevolgd door de beugel van de micro-seriële poort, aangezien de beugel
van de micro-seriële poort met een schroef (1) bovenop de beugel van de USB-C-poort is bevestigd.
3. Plaats de schroeven (5) terug waarmee de micro-seriële poort en de voedingsconnectorpoort aan het chassis worden bevestigd.
4. Lijn de rubberen beugel uit en druk erop om deze in het kanaal te schuiven.
OPMERKING:
De rubberen beugel zorgt ervoor dat de kabel van de micro-seriële poorten niet wordt beschadigd.
5. Sluit de kabel van de seriële poorten aan op de connector.
6. Sluit de vergrendeling waarmee de kabel van de seriële poorten aan de systeemkaart wordt bevestigd.
7. Lijn de kabel van de voedingsconnectorpoort uit op de systeemkaart en bevestig de aardedraad met de schroef (1) op de
systeemkaart.
8. Installeer:
a.
Beeldschermeenheid
b.
Batterij
9. Volg de procedure in
Nadat u in de computer hebt
Camera aan voorzijde
De camera aan de voorkant verwijderen
1. Volg de procedure in
Voordat u in de computer gaat
2. Verwijder de volgende onderdelen:
a.
Batterij
b.
Beeldschermeenheid
3. De camera aan de voorkant verwijderen:
a. Plaats de achterkant van het systeem op een plat oppervlak.
b. Zoek de camera aan de voorkant.
c. Schuif de camerasluiter naar rechts om de lenskap in de geopende stand te brengen [1].
d. Plaats de rand van het plastic pennetje in de opening van de lenssluiter en til de lenssluiter van de camera op [2].
gewerkt.
werken.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
29