GEREEDSCHAPSPECIFIEKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Hou het motorgereedschap aan zijn geïsoleerde
handgrepen vast wanneer u een bewerking uitvoert
waarbij een schroef in contact zou kunnen komen
met verborgen bedrading. Schroeven die in contact
komen met een spanningvoerende geleider, kunnen
ervoor zorgen dat de naakte metalen onderdelen
van het gereedschap onder spanning komen te
staan, waardoor de gebruiker een elektrische schok
zou kunnen krijgen.
Bescherm het batterijpack tegen regen en vocht.
Binnendringend water in de batterijlader verhoogt
het gevaar voor een elektrische schok.
Laad enkel bij met de lader die door de fabrikant
is opgegeven. Een lader die geschikt is voor een
bepaald type batterij kan brandgevaar opleveren
wanneer hij gebruikt wordt met een andere batterij.
Laad geen andere batterijen op. De batterijlader
is enkel geschikt voor het laden van onze batterijen
binnen de opgegeven spanningsbereiken. Bij ander
gebruik ontstaat er explosie- en brandgevaar.
Hou de batterijlader proper. Vuil kan tot een
gevaarlijke elektrische schok leiden.
Controleer vóór elk gebruik de batterijlader, het
snoer en de stekker. Gebruik de batterijlader niet
wanneer er defecten opgemerkt worden. Maak zelf
de batterijlader niet open maar laat hem enkel met
originele onderdelen door vakbekwame mensen
herstellen. Beschadigde batterijladers, kabels en
stekkers verhogen het gevaar voor een elektrische
schok.
Gebruik de batterijlader niet op makkelijk
ontbrandbare oppervlakken (bv. papier, textiel, enz.)
of in brandgevaarlijke omgevingen. Er is gevaar
voor brand door het opwarmen van de batterijlader
tijdens het laden.
Bij verkeerd gebruik van de batterij kan er
vloeistof uit vrijkomen. Vermijd contact hiermee.
Indien dit per ongeluk toch gebeurt, spoel dan met
water. Indien de vloeistof met de ogen in contact
komt, zoek dan bijkomend medische hulp. Vloeistof
die uit de batterij vrijkomt kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
Maak zelf de batterij niet open. Er is gevaar voor
kortsluiting.
Bescherm de batterij tegen hitte, bv. tegen
continue zonnestraling of vuur. Er is
ontploffingsgevaar.
Sluit de batterij niet kort. Er is ontploffingsgevaar.
Indien de batterij beschadigd is of verkeerd
gebruikt werd, kunnen er dampen vrijkomen. Indien
u hier last van ondervindt, zorg dan voor voldoende
verse lucht en contacteer een dokter. De dampen
kunnen het ademhalingssysteem irriteren.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR LADER
EN BATTERIJ
Bestudeer de instructies en
veiligheidsvoorschriften alvorens de batterij te
laden.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven lader om
de batterij te laden. Laad geen batterijen van een
ander type met deze lader. Voedingsadapters
mogen uitsluitend worden gebruikt samen met de
sokkel van de lader en de bijbehorende batterij.
Gebruik de lader uitsluitend in een droge
omgeving bij een temperatuur tussen10 ° C en 40° C.
Gebruik de lader niet als deze is beschadigd.
Laat de lader en batterij uitsluitend repareren
door een erkend reparateur.
Vermijd kortsluiting van de batterij. Zorg ervoor
dat
de aansluitingen van de batterij niet in aanraking
kunnen komen met metalen voorwerpen.
Bewaar de batterij niet op plaatsen waar de
temperatuur boven de 50 ° C kan stijgen,b.v. in een
in de zon geparkeerde auto.
Verbrand de batterij niet.
Probeer nooit om de batterij te openen.
Mocht de batterijvloeistof (een oplossing
Verbrand de lader en de batterij
Stel de lader en de batterij niet
bloot aan temperaturen boven
Stel de lader en de batterij niet
Pictogrammen op de oplader
De volgende pictogrammen zijn van toepassing op
de oplader:
Klasse II - De machine is dubbel
geïsoleerd een aardedraad is
scheidingstransformator.
niet.
50 ° C.
bloot aan vocht.
daarom niet nodig.
Gebruik de lader enkel
binnenshuis.
Storingbestendige
Thermische
beveiligingsschakelaar.
15