Selecteer MENU→
(Netwerk) → [PC-afstandsbedien.f.] → [Wi-Fi Direct-inform.] om de Wi-Fi-verbindingsinformatie
(SSID en wachtwoord) voor de camera af te beelden. Verbind de computer en de camera met behulp van de Wi-Fi-
verbindingsinformatie die op de camera wordt afgebeeld.
Als [PC-afst.b.-verb.meth] is ingesteld op [Wi-Fi-toeg.pntverb.]
Verbind de camera en de computer via Wi-Fi met behulp van een draadloos accesspoint. De camera en de computer
moeten van tevoren zijn gepaard.
Selecteer MENU →
verbinden met het draadloze accesspoint. Verbind de computer met hetzelfde draadloze accesspoint.
Selecteer MENU →
Edge Desktop (Remote) om de camera en de computer te paren. Selecteer [OK] op het bevestigingsscherm voor paren
dat op de camera wordt weergegeven om het paren te voltooien.
De paringsinformatie wordt gewist wanneer u de camera initialiseert.
Opmerking
Wanneer een niet-opneembare geheugenkaart in de camera is geplaatst, kunt u geen stilstaande beelden opnemen, zelfs niet
als [Opsl.bestem. stil. bld] is ingesteld op [Alleen camera] of [PC+camera].
Wanneer [Alleen camera] of [PC+camera] is geselecteerd en geen geheugenkaart in de camera is geplaatst, zal de sluiter niet
worden ontspannen, zelfs niet wanneer [Opn. zonder geh.krt.] is ingesteld op [Inschakelen].
[RAW+J bld opsl. PC] kan alleen worden geselecteerd wanneer [
(Netwerk) → [Wi-Fi-instellingen] → [WPS-Push] of [Toegangspunt instel.] om de camera te
(Netwerk) → [PC-afstandsbedien.f.] → [Koppeling] op de camera, en gebruik daarna Imaging
5-021-699-72(1) Copyright 2020 Sony Corporation
Bestandsindeling] is ingesteld op [RAW en JPEG].
399