3.1.1
Bedieningspaneel bedienen
Fig. 2 Bedieningspaneel
Positie
Verklaring
1
Alarmknop: geeft toegang tot de lijst met alarmberichten.
2
Alarm-LED: duidt door rood te knipperen een alarmbericht aan.
3
Invoer-LED: duidt door geel te knipperen aan dat parameters kunnen worden ingesteld of gewijzigd.
4
OK-knop: druk deze knop in om parameters waar mogelijk te wijzigen of in te stellen. Wordt ook
gebruikt om te schakelen tussen in te stellen parameters in een dialoogvenster.
5
Annuleerknop: wordt gebruikt om een wijziging te annuleren en terug te keren naar de initiële instelling.
6
Pijlen links/rechts & omhoog/omlaag: worden gebruikt om omhoog, omlaag en links en rechts door de
menustructuur te lopen. De pijlen omhoog/omlaag worden ook gebruikt om waarden te verhogen/
verlagen bij het instellen of wijzigen van parameters.
7
Montagegaten.
8
Aansluitblok.
9
Aansluiting - bruine kabel.
10
Aansluiting - gele kabel.
11
Aansluiting - witte kabel.
12
Aansluiting - zwarte kabel.
13032313 | A002
Beschrijving interface |
5