• Volume uitgesteld: Regeneratie wordt aangestuurd wanneer het behandelde watervolume de
reservecapaciteit bereikt en wordt uitgevoerd op de geprogrammeerde regeneratietijd
(alleen beschikbaar voor systeem type 4 & 6);
• Volume direct: Regeneratie wordt aangestuurd wanneer de capaciteit volledig uitgeput is. De
regeneratie start direct (beschikbaar voor alle systeemtypes).
1. Stel regeneratietype in met
2. Druk
in om de selectie te bevestigen en naar de volgende
parameter te gaan.
6.1.5.8
Kleptype
Selecteer welke klep wordt gebruikt met de NXT.
Opties:
• 2750 (standaard);
• 2850;
• 2900/2910;
• 3150;
• 3900;
• STAGER-NOTCH CAM.
1. Stel kleptype in bij 2910 met
2. Druk
in om de selectie te bevestigen en naar de volgende
parameter te gaan.
6.1.5.9
Regeneratiedebiet
Stel de stromingsrichting in tijdens de pekelaanzuigingscyclus.
Info
De beschikbaarheid is afhankelijk van het geprogrammeerde kleptype in de
voorgaande stap.
Opties:
• Down flow (standaard);
• Up flow (niet voor 2850 kleptype);
• Up flow met eerst vullen (alleen voor 2750 en 2900/2910 typen).
1. Stel de displayinstelling in met
2. Druk
in om de selectie te bevestigen en naar de volgende
parameter te gaan.
6.1.5.10 Extern gestarte regeneratie
Start regeneratie via een extern signaal (zie hoofdstuk Elektrische aansluitingen [
Ref. MKT-IM-002 / H - 16.01.2023
Installtiehandleiding Fleck 2910 NXT/NXT2 - Programmering
en
.
en
.
en
.
Pagina 58]).
→
77 / 182