Omgevingstemperatuur
-25°C tot +30°C
-15°C tot +40°C
Voorkom dat er tijdens het gebruik of de opslag vuil of stof in de olie terechtkomt.
Verwijder eventuele gemorste olie onmiddellijk.
Mix nooit verschillende soorten olie!
De motor met te weinig olie laten draaien kan hem ernstig beschadigen!
Het gebruik van vervuilde- of 2-taktolie kan de levensduur van de motor
bekorten!
In principe stopt het Olie-Alert-Systeem automatisch de motor voordat het oliepeil tot
onder het veilige niveau daalt. Om evenwel het ongemak van onverwachte uitval te
voorkomen verdient het aanbeveling de normale visuele inspecties van het oliepeil ui te
voeren.
2 – Controleer het brandstofpeil
Wanneer de tank bijna leeg is, vul hem dan bij tot het aangegeven maximale niveau.
Gebruik normale, ongelode benzine: EURO 95.
Gebruik géén mengsmering of vervuilde brandstof
Voorkom dat er vuil, stof of water in de tank komt.
Sluit, na het bijvullen, de tankdop weer zorgvuldig.
Benzine is onder bepaalde omstandigheden erg brandbaar en explosief!
Vul brandstof bij in een goed-geventileerde ruimte. Rook er niet bij!
Motor altijd uitschakelen tijdens het brandstof bijvullen!
Sla brandstof op in een goed-geventileerde ruimte. Rook niet in de buurt van brandstof
en voorkom vlammen en/of vonken in de opslagruimte.
Overvul de tank niet: geen brandstof boven het teken 'maximaal vulniveau'
Sluit de tankdop na het vullen weer zorgvuldig en correct.
Zorg ervoor geen benzine te morsen tijdens het bijvullen. Gemorste brandstof (of
8
Type motorolie
10W-30
15W-40
A. Tankdop
B. Beluchtingsknop
C. Maximaal vulniveau