3. Verwijder al het vuil in de buurt van de bougie
4. Gebruik de sleutel (J) met de handgreep (K) om de
bougie uit te nemen
5. Controleer de bougie op het oog. Dank hem af wanneer
de isolatie gebroken of afgeschilferd is. Maak de bougie
met een staalborstel schoon wanneer hij nog bruikbaar is.
6. Meet de elektrodeafstand. Die dient 0,6 tot 0,7 mm. te zijn
Corrigeer dit zonodig door voorzichtig de zijelektrode bij te
buigen.
7. Breng de bougie weer voorzichtig op z'n plaats. Doe dit handmatig, om de
schroefdraad niet te beschadigen.
8. Wanneer handmatig een nieuwe bougie is aangebracht dient deze d.m.v. een halve
slag met de sleutel te worden aangedraaid, om zijn sluitringen te verdichten. Als een
gebruikte bougie opnieuw wordt aangebracht is 1/8 tot 1/4 slag met de sleutel nadat hij
handmatig is vastgedraaid, genoeg.
9. Bevestig de bougiedop weer zorgvuldig op z'n plaats.
10. Plaats het het bougiedekseltje terug.
Aanbevolen bougie:
IG770:
UR5
IG1000:
UR5 / A7RTC
IG2000:
UR5 / A7RTC
IG2600:
WR7DC
De bougie moet zorgvuldig worden vastgeschroefd. Een bougie die niet goed
is bevestigd kan erg heet worden en het aggregaat beschadigen!
Gebruik nooit een fout type bougie!
Gebruik nooit een bougie zonder dempingsweerstand, dat kan ertoe leiden dat er geen
230V wordt afgegeven.
TRANSPORT EN OPSLAG
Benzine is onder bepaalde omstandigheden buitengewoon brandbaar en
explosief; Zorg ervoor dat er in de buurt van het aggregaat nooit wordt gerookt,
en dat er geen vuur of vonken voorkomen: ook niet tijdens het transport van het
aggregaat en ook niet tijdens de opslag.
Transport
Om morsen met brandstof te voorkomen dient het aggregaat tijdens transport of tijdelijke
opslag altijd rechtop te staan, in zijn normale werkstand, met de motorschakelaar op OFF
(uit). Ook de beluchtingsknop op de tankdop dient op 'OFF' te staan. Laat de motor eerst
afkoelen voordat u de beluchtingsknop sluit!
17