16.
Pak de WLAN-module (2) aan de zijkanten vast en trek hem uit de socket.
17.
Plaats de nieuwe WLAN-module in de socket op de systeemkaart.
OPMERKING:
18.
Druk de WLAN-module stevig in de socket (1).
19.
Druk de WLAN-module in de systeemkaart en gebruik de meegeleverde schroef om de module vast te
zetten (2).
20.
Zorg ervoor dat het label op elke antenne overeenkomt met de desbetreffende connector op de WLAN-
module en bevestig de antennes (3) op de connectoren.
21.
Druk de kapsensor (1) stevig op zijn plaats.
22.
Plaats de houder van de vaste schijf (2) in de behuizing.
28
Hoofdstuk 3 Hardware-upgrades
Een WLAN-module kan slechts in één stand worden geïnstalleerd.