Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Methodes Om Gegevens In Te Voeren; Menupictogrammen; Optieknoppen; Bladerlijsten - Midtronics GRX-5100 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 1: Inleiding en overzicht
Raadpleeg de navolgende tabel voor de tekens die aan
elke alfanumerieke toets zijn gekoppeld.
Toets
Alfanumerieke toetsen en bijbehorende tekens

Methodes om gegevens in te voeren

Gewoonlijk kunt u uw keuze bevestigen met de softtoets onder
de rechterhelft van het scherm. Het commando dat boven de
toets staat kan variëren. (Voorbeelden: SELECT., VOLGENDE,
en OPSLAAN.) Op deze manier kunt u ook met de softtoets
onder de linkerkant van het scherm uw keuze annuleren of
terugkeren naar het vorige scherm. Het woord boven de toets
kan variëren. (Voorbeelden: TERUG en WISSEN.)
Als u de PIJL-toetsen gebruikt om opties te selecteren, kunt
u met een druk op VOLGENDE doorgaan naar de volgende
stap. Als u het toetsenbord gebruikt, hoeft u geen extra toets
in te drukken. Gebruik TERUG om terug te keren naar het
hoofdmenu van het begin van de test en/of het vorige scherm
tijdens de test.

Menupictogrammen

Een menupictogram is een grafische
weergave van een functie die u kunt
selecteren, zoals het pictogram
Noodoplading in het hoofdmenu.
Om een pictogram te selecteren
drukt u eerst op  of  om het te markeren. Door de
markering verandert de kleur in een wit pictogram tegen een
zwarte achtergrond. Om uw selectie te bevestigen, drukt u op
de betreffende softtoets.

Optieknoppen

In sommige lijsten staan optieknop-
pen voor elk item. Om een item te
selecteren drukt u op  om  de
punt naar de knop naast het item
te verplaatsen. Om uw selectie te
bevestigen, drukt u op de betreffende softtoets.
U kunt met het alfanumerieke toetsenbord ook het nummer
voor de optieknop van uw keuze invoeren. U hoeft geen extra
toets in te drukken op door te gaan.
Teken
$
-
( )
1
a
b
c
2
d
e
f
3
g
h
i
4
j
k
l
5
m
n
o
6
p
q
r
s
7
t
u
v
8
w
x
y
z
9
%
,
.
#
0
GRX-5100 service-instrument voor HEV-accu's

Bladerlijsten

In bladerlijsten staan items die boven
of onder uit het scherm lopen. Het
eerste nummer boven de softtoets
aan de rechterkant geeft aan op welke
positie in de lijst het gemarkeerde
item staat. Het tweede nummer boven de softtoets aan de
rechterkant geeft aan uit hoeveel items de lijst bestaat.
Om een item te selecteren druk u eerst op  of  om het te
markeren en vervolgens op de betreffende softtoets. Om de
markeringsbalk in een keer vijf regels omhoog te verplaatsen
drukt u op . Om de markeringsbalk in een keer vijf regels
omlaag te verplaatsen, drukt u op .

Alfanumerieke gegevens invoeren

Voor sommige selecties moet
u  het alfanumerieke toetsenbord
gebruiken. Deze door de gebruiker
gedefinieerde selecties herkent
u  aan een knipperende horizontale
lijn (cursor) rechts naast het laatste teken.
Gebruik  of  om een te bewerken regel te markeren. Geef
het teken, symbool of nummer dat u nodig hebt weer door
de toets zo vaak als nodig is in te drukken. Als u stopt, gaat de
cursor naar de rechterkant. Druk op  om een positie terug te
gaan. Druk op  om een spatie toe te voegen. Gebruik  of 
om een te bewerken regel te markeren. Als u klaar bent, drukt
u op de betreffende softtoets om uw instellingen op te slaan.

Hoofdmenu

Het hoofdmenu is het startscherm voor alle tools en
hulpprogramma's. Deze worden met pictogrammen
aangegeven.
Pictogram
Voer een noodoplading uit op een ontladen
accupakket.
NOOD-
OPLADING
Ontlaad een accupakket of een individuele
accustack.
ONTLADEN
Laad of ontlaad een stack van het accupakket
om het elektrisch in balans te brengen.
STACK-
BALANS
Bekijk de testtotalen voor de gehele
levensduur en vraag de softwareversie op.
TOOL-INFO
Bewerk de klok, het display, de tempera-
tuureenheden, de standaardtaal, de interne
software en het waarschuwingssignaal.
HULPPRO-
GRAMMA
12
Beschrijving

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave