FOTOGRAFEREN MET HET AF- EN AE-GEHEUGEN
1
In een opname zoals deze staan de onderwerpen (de beide
personen in dit geval) buiten het autofocuskader. Als u nu uw
opname maakt, wordt het onderwerp onscherp afgebeeld.
Drukt u de ontspanknop van de FinePix F601 ZOOM half in, dan worden scherpstelling en gemeten belichting vastgehouden (AF-
geheugen respectievelijk AE-geheugen). Wilt u scherpstellen op een onderwerp dat niet in het midden van het beeldkader staat,
of wilt u de belichting instellen voordat u de uiteindelijke beeldcompositie bepaalt, dan houdt u de ingestelde scherpstelling en
belichting vast, bepaalt de beeldcompositie en maakt dan uw opname.
28
N 00 49
00 49
Af (autofocusgeheugen) en AE (autobelichtingsgeheugen)
2
Richt de camera enigszins opzij, zodat een van de onderwer-
pen het autofocuskader vult.
N 0 0 4 9
0 049