5.7.2 Spanning afregelen
De acculader werkt met twee laadspanningen die beide apart
worden ingesteld. Eerst wordt de lage laadspanning (float)
ingesteld en daarna de hoge laadspanning (equalize).
5.7.3 Float-Laadspanning
De lage laadspanning wordt afgeregeld met potentiometer P4
(linkerzijde). Zet de lader aan en ontkoppel alle verbruikers.
Wacht totdat het naladen eindigt en de gele
LED-"equalize/boost" uit is.
Sluit een voltmeter met minimaal 0,1 Volt aflees
nauwkeurigheid aan op de uitgang van de lader. Verdraai
potentiometer R4 tot de juiste spanning is ingesteld. Zet het
Illustratie 13. Plaats van de potenti-
ometers op de printplaat.
victron energie
gebruiksaanwijzing
pagina 69