5.5
De lader van de Atlas Combi kan ingeschakeld worden door
de schakelaar "charger" op "on" te zetten. De LED's "on" en
"equalize/boost" gaan dan aan. Enkele seconden nadat de
LEDs "on" en "equalize/boost" aan zijn stijgt de laadstroom.
Afhankelijk van accucapaciteit, de ontlading en het verbruik,
stijgt de spanning langzaam.
Wanneer de accu een spanning 14,25 Volt bereikt, neemt de
laadstroom af. Vier uur (of acht uur) lang wordt deze hoge
laadspanning in stand gehouden. De accu's worden hierdoor
optimaal nageladen. Daarna schakelt de lader naar een lagere
spanning, namelijk 13,5 Volt, tevens gaat de LED
"equalize/boost" LED uit.
De acculader werkt met het VDL-2-trapslaadsysteem van
Victron Energie. Hierdoor wordt de accu continu gedurende
lange tijd volautomatisch in perfekte ladingstoestand
gehouden. Verbruikers beschikken direct over energie.
Wanneer tijdens de "float-charge"-cyclus de spanning langer
V.D.L. =
dan 30 seconden onder de bij 13,5 Volt daalt, wordt een
Victron Druppel
Laad-systeem
nieuwe cyclus boostcharge gestart. Dit kan gebeuren wanneer
float charge
stroomverbruikers worden ingeschakeld die meer dan 30
cyclus =
ampère stroom gebruiken. Ook wanneer de lader even wordt
na-lading
uitgeschakeld, wordt een nieuwe laadcyclus "boost - equalize
boost charge
- float" gestart.
cyclus =
begin-lading
Met het VDL-systeem kan de acculader continu op de accu
aangesloten blijven zonder dat overlading (gasvorming)
optreedt.
victron energie
Het laadgedeelte van de Atlas Combi
gebruiksaanwijzing
pagina 67