Hoofdstuk 9
1 Elektronische contactpunten
e. Veeg enkel de contactpunten met een vochtig pluisvrij doekje schoon.
Let op
op de cartridge veegt.
f.
Zoek aan de binnenkant van het apparaat de contactpunten in de printkop. De contactpunten zien eruit
als een set van vier koper- of goudkleurige pinnen die zo zijn geplaatst dat ze op de contactpunten op de
printcartridges passen.
g. Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten mee schoon te wrijven.
h. Installeer de printcartridge opnieuw.
i.
Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg is.
j.
Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens opnieuw in.
3.
Probeer om de cartridges te vervangen indien het probleem zich blijft voordoen. Zie
op pagina 26
Klik hier om online te gaan voor meer
SETUP-cartridges
Als u uw printer voor het eerst configureert, moet u de cartridges die bij uw printer werden geleverd plaatsen.
Deze cartridges dragen het SETUP-label, en ze kalibreren uw printer voor de eerste afdruktaak. Als u geen
SETUP-cartridges plaatst bij de eerste productconfiguratie, kan dit leiden tot fouten.
Als u een set gewone cartridges hebt geplaatst, moet u deze verwijderen en de SETUP-cartridges plaatsen om
de printerconfiguratie te voltooien. Na het voltooien van de printerconfiguratie kan de printer gewone cartridges
gebruiken.
Waarschuwing
installeren. Door de beschermkap op de cartridge te houden voorkomt u dat de inkt verdampt. U kunt de
oranje doppen van de SETUP-cartridges gebruiken indien nodig.
44
Een probleem oplossen
Zorg ervoor dat u enkel de contacten aanraakt en geen inkt of andere verontreiniging elders
voor meer informatie.
Open de cartridges niet, en verwijder de beschermkap niet tot u de cartridge kunt
informatie.
Vervang de cartridges