AERO – Bedienings- en onderhoudsinstructies
Ventilatieregeling
3
Productgegevens
3.1
Bedieningselement
12
11
10
9
Pos. Omschrijving
1
Status-LED
2
Knop ON/OFF
3
Nachtventilatie LED
4
Knop nachtventilatie
5
Knop ventilatieniveau verhogen • Verhoogt stapsgewijs het ventilatieniveau van 1 naar 5.
6
Ventilatieniveaus LED
7
Waarschuwingsmelding LED
8
Knop waarschuwingsmelding
9
Luchtkwaliteit LED
Knop ventilatieniveau verlagen
10
11
Knop AUTO
12
AUTO-LED
6/16
Doel
• Brandt wit, als de gekoppelde ventilatieapparaten ingeschakeld zijn.
• Schakelt de gekoppelde ventilatieapparaten in en uit.
• Brandt wit, als de nachtventilatie geactiveerd is.
• Activeert en deactiveert de nachtventilatie.
• Als de automatische modus geactiveerd is, wordt de automatische modus bij
het activeren van de nachtventilatie gedeactiveerd.
• Branden wit, al naargelang welk ventilatieniveau geactiveerd is.
• Brandt of knippert geel of rood, als er een fout aanwezig is.
• Brandt geel, als een filtervervanging noodzakelijk is.
• Bevestigt de weergegeven foutmeldingen.
• Bevestigt de filtervervangingsweergave door langer indrukken.
• Brandt groen, geel of rood, om het luchtkwaliteitsniveau weer te geven.
• Verlaagt stapsgewijs het ventilatieniveau van 5 naar 1.
• Activeert en deactiveert de automatische modus.
• Als de nachtventilatie geactiveerd is, wordt de nachtventilatie bij het activeren
van de automatische modus gedeactiveerd.
• Brandt wit, als de automatische modus geactiveerd is.
06.2024
1
2
3
4
5
6
7
8
H47.SENS007NL-00