3.2.6
Ventilatieniveaus
• De luchtprestatie kan op de ventilatieregeling in 5
niveaus worden ingesteld.
• De ventilatieregeling geeft de ventilatieniveaus met
5 LEDS aan.
• Na een stroomuitval schakelt de ventilatieregeling
naar het laatst gebruikte ventilatieniveau.
3.2.7
Automatische modus
• De automatische modus regelt de ventilatieniveaus
automatisch afhankelijk van de omgevingsomstan-
digheden.
• Bij een ventilatieregeling met sensoren wordt
rekening gehouden met de waarden van de
ventilatieregeling voor de regeling van het
ventilatieapparaat.
3.2.8
Kinderbeveiliging
• De kinderbeveiliging blokkeert de toetsen op het
apparaat.
3.2.9
Nachtventilatie
• De nachtventilatie regelt de ventilatieniveaus
automatisch afhankelijk van de buiten- en
binnentemperatuur.
• Bij de nachtventilatie vindt de ventilatie zonder
warmteterugwinning plaats, om een koeling van de
ruimte mogelijk te maken.
3.2.10
Filtervervangingsindicatie
• Als een filtervervanging noodzakelijk is, dan brandt
de LED "waarschuwingsmeldingen" geel.
• Met de toets "waarschuwingsmeldingen" wordt de
filtervervangingsindicatie bevestigd.
3.2.11
Luchtkwaliteitsweergave
• De ventilatieregeling geeft de luchtkwaliteit aan
met een LED die groen, geel of rood brandt.
H47.SENS007NL-00
AERO – Bedienings- en onderhoudsinstructies
• Bij een ventilatieregeling zonder sensoren worden
de ventilatieniveaus volgens de waarden van de
Master geregeld. Afhankelijk van de uitrusting van
de Master is het vereiste prestatieniveau afhankelijk
van temperatuur, luchtvochtigheid of CO
c.q. luchtkwaliteit.
• De ventilatieregeling geeft de automatische modus
met een LED aan.
• De ventilatieregeling geeft de nachtventilatie met
een LED aan.
• De gekoppelde ventilatieapparaten moeten
afzonderlijk voor de nachtventilatie geconfigureerd
worden.
Ventilatieregeling
-waarde
2
06.2024
9/16