4.2.2
Soort lassen
Met lasmethode worden de verschillende MIG/MAG-processen samengevat aangeduid.
Standard (Lassen met standaardvlamboog)
Afhankelijk van de ingestelde combinatie van draadtoevoersnelheid en de vlamboogspanning kunnen
hier de vlamboogsoorten kortsluitboog, mengbooggebied of sproeivlamboog voor het lassen worden
gebruikt.
Pulse (Lassen met pulsvlamboog)
Door een gerichte verandering van de lasstroom worden stroompulsen in de lichtboog gegenereerd, die
tot een 1-druppel-per-puls-materiaalovergang leiden. Het resultaat is een nagenoeg spatvrij proces
geschikt voor het lassen van materialen, met name hooggelegeerde CrNi-stralen of aluminium.
4.2.2.1
Lasvermogen (arbeidspunt)
Het lasvermogen wordt volgens het principe van de éénknopsbediening ingesteld. De gebruiker kan zijn
arbeidspunt naar keuze als draadsnelheid, lasstroom of materiaaldikte instellen. De bij dit arbeidspunt
optimale lasspanning wordt door het lasapparaat berekend en ingesteld. Indien nodig kan de gebruiker
deze lasspanning corrigeren > zie hoofdstuk 4.2.2.3.
4.2.2.2
Accessoires voor het instellen van het werkpunt
De werkpuntinstelling kan ook worden uitgevoerd via verschillende accessoirecomponenten, zoals bijv.
afstandsbedieningen, speciale lastoortsen of industriële of robotinterfaces (optionele
automatiseringsinterface vereist, niet bij alle apparaten van deze serie mogelijk!).
Een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke apparaten en functies vindt u in de handleiding van
het desbetreffende apparaat.
099-0M37XK-EW505
16.07.2018
Beschrijving van de werking
Afbeelding 4-7
Afbeelding 4-8
MIG/MAG-lassen
17