6. Werking
6.1 Apparaat aanzetten
Schakel het apparaat aan via de temperatuurregelaar. De temperatuurregelaar bevindt
zich aan de rechterzijde van het interieur. Voor het inschakelen van het apparaat
draait u de temperatuurregelaar van "0" (stop) naar rechts naar de gewenste
temperatuur.
Bij de eerste ingebruikname zet u de temperatuurregelaar eerst op het hoogste
niveau en na circa 1 uur heeft het apparaat zijn normale bedrijfstemperatuur bereikt en
is het apparaat te gebruiken. De temperatuurregelaar kan nu terug naar de middelste
stand.
Het vriesgedeelte pas na 3 uur gebruiken. Lees hiervoor ook het hoofdstuk
"Temperatuur instellen".
6.2 Temperatuur instellen
De temperatuurregelaar dient ertoe om de binnentemperatuur van het apparaat
constant te houden. Het wordt bediend met een draaiknop.
Door het openen van de deur van het apparaat wordt de binnenverlichting
ingeschakeld. De temperatuurregelaar bevindt zich in het midden bovenaan
de binnenkant van het apparaat.
Laag getal / Min
Hoog getal / Max
Door de temperatuurregelaar met de richting van de klok mee te draaien betekent dat
het in de koelkast kouder wordt. Let erop dat de temperatuur verandert als gevolg
van de omgevingstemperatuur (installatieplaats), de frequentie van de deuropeningen
en de assemblage. Deze factoren zijn van belang voor een optimale
bedrijfstemperatuur.
Bij zeer hoge zomerse temperaturen of naar behoefte draait u de temperatuurregelaar
op een hoger niveau om de gewenste koeltemperatuur te behouden.
Mocht er bij een hoge instelling van de temperatuurregelaar een laag rijp ontstaan
aan de achterste binnenwand adviseren wij om de instelling op een lagere stand
te zetten.
Wanneer het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt, dient u de temperatuurregelaar
op het hoogste niveau te draaien, zie boven bij "Apparaat aanzetten"(6.1).
KGC 233/60 A+++
= lage koeling, warmste binnentemperatuur
= hoge koeling, koudste binnentemperatuur
Versie NL 11/2013
Pagina 10 van 25