10.
Let op: zijn de kabel(s) door het
kabeldoorvoergat geleid? (afb.23)
11.
Duw de nieuwe-, meegeleverde afdichtingring
met sleuf in het kabeldoorvoergat onderin de
motorkop. Geleid eerst de kabels in de sleuf
van de afdichtingring en klik dan vast.
(afb. 24)
12.
Plaats nu de i-Pilot® Link™ Controller op de
motorkop waar eerst de motor(afdek)kap
heeft gezeten. (afb.25) Trek voorzichtig aan
de kabel van de i-Pilot® Link™ Controller bij
het kabeldoorvoergat om overtollige kabel
naar buiten te trekken. (afb.25)
13.
Schroef de i-Pilot® Link™ Controller via de
onderzijde (niet te) vast m.b.v. meegeleverde
#8 schroeven. (afb. 26)
14.
Zet de i-Pilot® Link™kabel vast aan de
spiraalsnoer m.b.v. 3 meegeleverde tie-wraps.
Snij overtollige tie-wraplengte af m.b.v. het
stanleymes. (afb.27)
17
afbeelding 23
afbeelding 24
afbeelding 25
afbeelding 26
afbeelding 27