04
15
16
22
03
16
03
16
16
1. Leid het heupgedeelte van de gordel
re zijde van het zitkussen ook door de lichtrode gor-
delgeleider
.
04
GEVAAR! Het heupgedeelte van de gordel
aan beide zijden zo laag mogelijk over de liezen van
uw kind lopen.
De hierop volgende stappen 6. & 7. gelden niet voor het
gebruik als stoelverhoger. Volg de verdere stappen vanaf
8 voor het gebruik als stoelverhoger.
2. Leid het schoudergedeelte van de gordel
donkerrode gordelhouder
totdat deze volledig en niet verdraaid in de gordel-
houder
ligt.
03
TIP! Als de rugleuning
kunt u de hoofdsteun
kan het schoudergedeelte van de gordel
kelijk worden aangebracht. Zet de hoofdsteun
volgens weer terug op de juiste hoogte.
3. Controleer of de knop op de gordelhouder
is gesloten.
4. Controleer of het schoudergedeelte van de gordel
over het sleutelbeen van uw kind verloopt en niet vast
tegen de hals ligt.
TIP! U kunt de hoogte van de hoofdsteun
in de auto afstellen.
GEVAAR! Het schoudergedeelte van de gordel
moet schuin naar achteren lopen. U kunt de weg van
de gordel met de instelbare gordelomleider van uw
auto regelen.
GEVAAR! Het schoudergedeelte
voren lopen naar de gordelomleider van de auto. Ge-
bruik in dat geval het kinderzitje alleen op de achter-
zitting.
5. Trek de autogordel strak door aan het schouderge-
deelte van de gordel
6. Volg de verdere stappen van de betreffende installatie.
aan de ande-
15
van de hoofdsteun
03
de gordelhouder
12
naar boven verstellen. Nu
22
mag nooit naar
16
te trekken.
16
moet
15
in de
16
22
bedekt,
03
gemak-
16
ver-
22
volledig
03
16
ook nog
22
16