5. REINIGING EN ONDERHOUD
Belangrijk - Vóór alle onderhouds- of reinigingswerkzaamheden moet u de stekker uit
het stopcontact trekken.
5.1 REINIGING BUITENZIJDE
Het regelmatig en constant schoonmaken zal ertoe bijdragen dat uw apparaat er nog
lang als nieuw uit zal zien.
De buitenkant mag alleen met water en zeep worden gereinigd en moet daarna
zorgvuldig met een zachte doek worden afgedroogd.
De plastic delen mogen alleen maar met een vochtige lap worden schoongemaakt.
Krab niet met puntige voorwerpen en vermijd het gebruik van oplosmiddelen of
schurende producten om beschadigingen van het oppervlak te voorkomen.
Om veiligheidsredenen mag u nooit waterstralen op de wasmachine richten.
5.2 REINIGING VAN DE TROMMEL
Verwijder eventuele roestplekjes van de trommel met een speciale reiniger voor
roestvrij staal of, in bijzonder hardnekkige gevallen, met uiterst fijn schuurpapier.
Gebruik uitsluitend ontkalkers van bekende merken met corrosiewering voor
wasmachines om de wasmachine mee te ontkalken.
Houdt u zich voor de doseringen en het gebruik uitsluitend aan de aanwijzingen van
de fabrikant.
Voer, na de ontkalkingsprocessen en het verwijderen van de roest van de
trommel, een paar spoelbeurten uit om alle resten van zuren die de machine
zouden kunnen beschadigen, te verwijderen. Gebruik in geen geval
wasmiddelen die oplosmiddelen bevatten. Het gevaar bestaat dat zich dampen
vormen die vlam zouden kunnen vatten en exploderen.
5.3 REINIGING VAN HET DEURRUBBER
Controleer regelmatig of er geen paperclips, knopen, spelden, enz. in de vouwen van het
deurrubber zitten.
NL
22