3.5 Bedieningsaanwijzingen
1. De transportvergrendeling (indien aanwezig) van de korf ontgrendelen.
2. Elektrisch aangedreven hoogwerkers, d.m.v. bijgeleverde kabel, voeding 220V - mono
geven (op de elektrische kast gaat een groen lichtje branden). In geval van verlengdraad,
deze volledig afrollen en voldoende dikke draad nemen (3G2,5). Via sleutelcontact
treedt de hydraulische pomp in werking.
Voor hoogwerkers die op een onafhankelijke motor werken, geldt hetzelfde: via
sleutelcontact treedt de hydraulische pomp in werking en zal er een groen lichtje
branden op de elektrische kast.
3. De sleutelschakelaar op de elektrische kast in de stand "Steunvoet" zetten. De vier
steunvoeten kunnen nu bediend worden:
- De steunvoeten via de respectievelijke hendels neerlaten (hendels en steunvoeten zijn
genummerd of via symboliek aangeduid).
-De voorste steunvoeten altijd eerst neerlaten, zodat niet op het neuswiel gedrukt kan
worden van de aanhangwagen.
- De hoogwerker dient steeds waterpas gesteld te worden. Te controleren via waterpas.
- Elke steunvoet moet op de grond drukken (max. afstempeldruk 180 bar).
- Als de steunvoeten opnieuw geheven moeten worden (om de hoogwerker in
transportstand te plaatsen), de achterste steunvoeten eerst omhoog brengen.
4. Wanneer de opstelling in orde is, is de hoogwerker bedrijfsklaar. De sleutelschakelaar in
stand "Hoogwerker" zetten, de sleutel kan uit het sleutelcontact genomen worden. De
hoogwerker is nu bedienbaar vanuit de korf. Het starten en stoppen van de elektrische
motor kan eveneens vanuit de korf gebeuren.
5. De respectievelijke hendels in de korf gebruiken voor bediening van de armen en
draaibeweging. Het bijhorend diagram in de korf geeft het volledig werkbereik van de
hoogwerker weer.
6. De hoogwerker is met een draaistop uitgerust (tenzij optie van continue doordraaiing),
die één draai per zijde haalt. In het geval dat de hoogwerker niet meer verder wil
draaien, moet deze één keer geheel teruggedraaid worden.
7. De hoogwerker is met handbediende noodstopknoppen uitgevoerd die bij het indrukken
alle functies onderbreken (ontgrendeling via draaien aan noodstopknop).
8. Als de hoogwerker tijdens het gebruik wegens een andere oorzaak stopt, kan de korf
d.m.v. nooddaling neer gelaten worden (zie 3.6 noodbedieningsaanwijzingen).
9. Na gebruik dient de hoogwerker in transportstand gebracht te worden. Als de
hoogwerker verlaten wordt, moet deze tegen onbevoegd gebruik beveiligd worden.
Sleutelschakelaar in neutrale stand zetten, sleutel meenemen.
10. Wanneer de hoogwerker werkt, is het belangrijk erop te letten dat de veiligheids-
Bvba Thomas Kranen – Instructieboekje 180NWS
9