Color profile: Disabled
Composite
Default screen
4.3.1 Aarding
De Pallas acculader is niet dubbel geïsoleerd. De
PE-aansluitklem moet onder alle omstandigheden verbonden
zijn met aarde. Bij gebruik op een boot moet de aardklem aan
de onderkant van de behuizing worden verbonden met de
aardplaat of de scheepshuid. De oeververbinding moet
worden geaard aan de PE-klem op het klemmenblok voor de
netvoeding. In mobiele toepassingen (auto's, caravans enz.)
moet de aardklem worden verbonden met het metalen chassis.
4.3.2 Accu uitgangsspanning
Het is belangrijk dat de verbinding tussen de Pallas acculader
en de accu tot stand komt met zo weinig mogelijk verlies van
vermogen. De kabels moeten zo kort en dik mogelijk zijn om
de weerstand te verminderen. Gebruik van de meegeleverde
kabelschoenen wordt aanbevolen. In de volgende tabel is
aangegeven wat de minimumaderdoorsnede van de
accukabels is:
Pallas-type
12/25
Kabellengten van meer dan 6 meter zijn niet aan te raden.
48
pa03001n.chp
Fri Jan 26 14:10:02 1996
afbeelding 2. Plaats van de aard-
schroef op de Pallas 12/25
lengte
0 - 1.5 meter
1.5 - 6 meter
gebruiksaanwijzing
doorsnede
2
6 mm
2
10 mm
victron energie