Inhoudsopgave
Advertenties
wachtwoord ingesteld. Dit wachtwoord bestaat alleen uit cijfers (1-6 cijfers).
3.2. Apparaat ID - Als u meer dan een Safescan TA-terminal gebruikt, moet u verschillende ID's toewijzen aan elke terminal.
4. Draadloos netwerk
4.1. WiFi. WiFi in- of uitschakelen
4.2. WiFi-netwerk toevoegen. Een WiFi-netwerk handmatig toevoegen als uw netwerk-SSID niet wordt weergegeven op het scherm.
4.3. Geavanceerd
4.3.1
DHCP. DHCP inschakelen
4.3.2.
IP-adres. Voer een IP-adres in voor uw apparaat als DHCP niet is ingeschakeld.
4.3.3.
Subnet Mask. Voer het adres van het subnet mask is als DHCP niet is ingeschakeld.
4.3.4.
Gateway. Vul het adres van de gateway in als DHCP niet is ingeschakeld.
5. ADMS. Het apparaat kan de ADMS-instellingen gebruiken om te communiceren met computers via internet. Op dit moment, zelfs als de functies zijn
uitgevoerd, wordt het niet door het apparaat gebruikt.
5.1. Schakel domeinnaam in. Rechtstreeks communiceren met een domeinnaam.
5.2. Server adres. Als de domeinnaam niet is ingeschakeld, geef dan een IP-adres op voor de communicatie.
5.3. Server poort. Als de de domeinnaam niet is ingeschakeld, specificeer dan een poort voor communicatie.
5.4. Schakel proxyserver in. Schakel deze optie uit als u een proxyserver nodig hebt om te communiceren.
5.5. Proxy server IP
5.6. Proxy server poort
5.7. Toon in statusbalk. De ADMS-verbindingsstatus weergeven in de statusbalk.
3.4 SYSTEEM
Standaard systeeminstellingen.
1. Datum Tijd - Alle datum/tijd-gerelateerde instellingen
1.1. Stel datum in - Stel de datum van de terminal in.
1.2. Stel tijd in - Stel de tijd van de terminal in.
1.3. 24-uurs klok - U kunt kiezen tussen 24-uurs of 12-uurs klok
1.4. Datumnotatie - Kies de weergavenotatie van de datum.
1.5. Zomertijd - Stel de automatische omschakeling naar de zomertijd in.
1.6. Zomertijd modus - 2 modi kunnen worden geselecteerd Datum/tijd of Week/dag.
1.7. Zomertijd instellen
Datum/tijd:
1.7.1.
Begindatum - Vul de dag en de maand in waarop de zomertijd begint
1.7.2.
Begintijd - Vul het uur in waarop de zomertijd begint.
1.7.3.
Einddatum - Vul de dag en de maand in waarop de zomertijd eindigt.
1.7.4.
Eindtijd - Vul het uur in waarop de zomertijd eindigt en terugkeert naar de normale tijd.
Week/dag:
1.7.5.
Beginmaand - Selecteer de maand waarop de zomertijd begint (1 is voor de maand januari, 12 is voor de maand december)
1.7.6.
Beginweek - Kies het weeknummer van de maand waarin de zomertijd begint.
1.7.7.
Begindag - Selecteer de dag in de week
1.7.8.
Begintijd - Selecteer het uur van de dag.
1.7.9.
Eindmaand - Kies de maand waarin de zomertijd eindigt.
1.7.10. Eindweek - Kies het weeknummer in de maanden waarin de zomertijd eindigt.
1.7.11. Einddag - Selecteer de dag in de week.
1.7.12. Eindtijd - Kies het uur van de dag.
2. Aanwezigheid Alle instellingen met betrekking tot klokacties en de manier waarop de klokacties en gegevens van de gebruikers worden behandeld.
2.1. Klokperiode dubbelen (min) - Selecteer de hoeveelheid tijd om dubbele klokacties te negeren (tussen 1 en 60 minuten).
2.2. Aanwezigheidslog alert - Genereert een waarschuwing wanneer de beschikbare ruimte onvoldoende wordt (tussen 1 en 99).
2.3. Cyclisch verwijderen van aanwezigheidsdata - Specificeer het maximum aantal aanwezigheidslijsten die kunnen worden gewist
wanneer hun aantal de bovengrens bepaald in aanwezigheidslog waarschuwing bereikt.
2.4. Bevestig schermvertraging(en) - Specificeer de tijd voor het weergeven van de authenticatieresultaat (tussen 1 en 9 seconden).
Bewaar verkeerd verificatierecord - Gelinkt aan toegangscontrole. Behoudt de klokactie wanneer iemand niet daartoe geautoriseerd is
2.5. Vervalregel - Pas de vervalregels gedefinieerd in de 'Vervalregel opties' toe.
2.6. Vervalregel Opties - Stel de regels in die moeten worden toegepast wanneer een gebruiker zijn/haar vervalregel heeft bereikt.
2.6.1.
Bewaar gebruiker, geen check op toekomstige klokactie - De gebruiker behouden, maar de nieuwe aanwezigheidslijsten niet
opslaan.
2.6.2.
Bewaar gebruiker, check op toekomstige klokactie - De gebruiker behouden en de aanwezigheidslijsten blijven opslaan.
2.6.3.
Gebruiker verwijderen - De gebruiker van de terminal verwijderen.
3. Vingerafdruk Instellingen voor de vingerafdruksensor.
3.1. 1:1 Match drempel - Evalueert de gelijkenis tussen de vingerafdruk en het sjabloon voor een bepaalde gebruiker (de gebruiker geeft
zijn ID voordat hij zijn vinger op de sensor plaatst ter identificatie).
3.2. 1:N Match drempel - Evalueert de gelijkenis tussen de vingerafdruk en alle geregistreerde sjablonen (de gebruiker klokt alleen in/uit
met de vingerafdruk).
3.3. V.A. sensor gevoeligheid - Gevoeligheidsinstellingen voor de vingerafdruk: de standaardwaarde is medium, u kunt deze wijzigen naar 'hoog'
als de terminal geïnstalleerd is in een droge omgeving, u kunt het instellen op 'laag' als de machine geïnstalleerd is in een vochtige omgeving.
3.4. 1:1 keer opnieuw proberen - Stel het aantal pogingen in voor momenten waarop het 1: 1 verificatieproces wordt gebruikt.
3.5. Vngerafdruk beeld - Geef aan of u het beeld van de vingerafdruk wilt weergeven bij het registreren van een gebruiker.
30
www.safescan.com
Advertenties
Inhoudsopgave
