Het wordt aanbevolen om de barbecue in te branden voordat u deze voor het eerst gebruikt. Verwarm
de barbecue ongeveer 30 minuten op matig hoog vermogen en met gesloten deksel. Hierdoor worden
ook eventuele productieresten van de oppervlakken weggebrand.
VOORZICHTIG! Sterke rookontwikkeling!
Zorg ervoor dat u bij deze stap uw buren niet hindert. Houd uzelf en anderen uit de buurt
van de ontsnappende rook.
Ontsteken van de branders:
1. Zet indien nodig alle regelaars op de stand OFF (draai in wijzerzin).
2. Sluit de gasþes aan en open de gastoevoer aan het ventiel of de regelaar (afhankelijk van het ontwerp
van de behuizing).
3. Druk een regelaar in en draai deze in tegenwijzerzin naar het symbool van de grote vlam. De brander
moet nu ontsteken.
4. Als de brander niet zou ontsteken, draai de regelaar dan terug naar de stand OFF en probeer na
ongeveer 5 minuten opnieuw te ontsteken.
5. Herhaal stap 3 (en indien nodig stap 4) voor extra branders.
Barbecuetips:
- De gaarheid van vlees (bijvoorbeeld doorbakken, medium) wordt ook beïnvloed door de dikte van
het vlees. Een heel dun stuk vlees zal dus veel sneller een bepaalde temperatuur bereiken, dan het
lijkt - het tegenovergestelde geldt voor heel dik vlees. Dit principe kan worden toegepast op alle
soorten voedsel.
- Over het algemeen hebben gerechten met een lange gaartijd een lagere warmte nodig (= lager
brandervermogen), terwijl gerechten met een korte gaartijd ook op een hoog vuur kunnen worden bereid.
- Gebruik een spatel of barbecuetang. Bij het gebruik van vorken, spiesjes enz. wordt het eten
'beschadigd' en lekken er sappen uit, waardoor het eten uitdroogt.
- Kruid vlees en vis niet voor het garen (of, indien nodig wegens de smaak, zo weinig en kort mogelijk
voor het begin van het barbecueën). Zout trekt water uit vlees/ vis en maakt deze ook taai; peper
verbrandt bij hogere temperaturen en zorgt dan voor een onaangename smaak.
- Een goede vuistregel om te bepalen hoe goed vlees of vis gaart, is door naar de bovenkant van het
eten te kijken: als er sappen uitkomen, is ongeveer 2/3 van de warmte in het voedsel doorgedrongen.
- Bij het grillen van vlees kan het nuttig zijn om overtollig, onnodig vet te verwijderen voordat u het gaat
garen. Dit verkleint het risico dat vet naar beneden druppelt en zorgt er zo voor dat het apparaat
minder vuil wordt.
Voedselveiligheid:
Ontdooi vlees/vis niet op kamertemperatuur of in de microgolf, maar wel 's nachts in de koelkast. Het
eten mag niet in het dooiwater staan - inpakken met keukenpapier helpt.
Was na contact met rauw vlees/vis altijd uw handen, gebruikte borden/gereedschappen en het
werkoppervlak met zeep en warm water.
Scheid rauw vlees/vis strikt van ander eten (kans op besmetting!).
Kook uw eten altijd op ten minste de algemeen aanbevolen kerntemperatuur of, indien deze afwijkt,
volgens de aanbeveling van de verkoper. Gebruik telkens de hogere waarde als richtlijn.
De richtwaarden voor veilige kerntemperaturen van verschillende vlees- /visproducten zijn:
- varkensvlees op ca. 75° C (stukjes ham apart ook vanaf 65° C)
- rundvlees op ca. 55° C (apart vanaf 80-85° C, bijv. de borst)
- kalfsvlees op ca. 70° C
- lamsvlees op ca. 75° C
- gevogelte op ca. 80° C (vraag de slager om advies wegens risico op salmonella!)
- vis op ca. 60° C (vraag de vishandelaar om advies wegens risico op salmonella!)
12