Voorbeeld van het gebruik van de functie F1
De thermometer bevat slechts één relais; Gebruik daarom
alleen het schakelen van het relais in de modus F1 voor het
bewaken van de minimum (P1.1) of maximum temperatuur
(P1.2).
Het relais wordt gesloten, als de temperatuur daalt onder
de minimale waarde of als deze de maximale waarde
overschrijdt.
Het sluiten van de relais kan notificatie op afstand van
de gebruiker activeren via een extern apparaat. Het kan ook
worden begeleid worden met een akoestische indicatie
(P1.3).
Slechts één sensor T1 of beide sensoren T1 en T2 kunnen
worden gebruikt (P1.4). Als beide sensoren worden gebruikt,
wordt het ingestelde limiet bewaakt door beide sensoren
(T1 en T2).
4.2.
Modus F2 – Thermostaat (verwarming)
Parameter
Beschrijving
P2.1
Verwarmingstemperatuur - de benodigde temperatuur van de verwarming
(sensor T1)
P2.2
Hysteresis – de temperatuurdaling voor verwarmingsreactivering.
P2.3
LED 3-indicatie – geeft de sluiting (opening in de negatieve logica) van
het relais aan.
P2.4
Negatieve relaislogica – omgekeerde logica van de relaisfunctie
(permanent gesloten in de stand-by modus).
P2.5
Minimale sluitingstijd van het relais – gebruikt om de te frequente in-
en
uitschakeling
Parameterbeschrijving, zie P1.7.
P2.6
Minimale pauzetijd – gebruikt om de te frequente in- en uitschakeling
van het aangesloten apparaat te beperken. Parameterbeschrijving, zie P1.8.
Einde
Het verlaten van de instelmodus
4.3.
Modus F3 – Thermostaat (koeling)
Parameter
Beschrijving
P3.1
Koelingstemperatuur - de benodigde temperatuur van de koeling
(sensor T1)
P3.2
Hysteresis – de temperatuurstijging voor koelingsreactivering.
LED 3-indicatie – geeft de sluiting (opening in de negatieve logica) van het
P3.3
relais aan.
P3.4
Negatieve relaislogica – omgekeerde logica van de relaisfunctie
(permanent gesloten in de stand-by modus).
P3.5
Minimale sluitingstijd van het relais – gebruikt om de te frequente in-
en
uitschakeling
Parameterbeschrijving, zie P1.7.
P3.6
Minimale pauzetijd – gebruikt om de te frequente in- en uitschakeling van
het aangesloten apparaat te beperken. Parameterbeschrijving, zie P1.8.
Einde
Het verlaten van de instelmodus
Multifunctionele elektronische thermometer TM-201A
van
het
aangesloten
van
het
aangesloten
- 4 -
apparaat
te
beperken.
apparaat
te
beperken.
Bereik
Standaard
-20 °C tot +105 °C
25 °C
0.1 °C tot 10 °C
1 °C
AAN / UIT
AAN
AAN / UIT
UIT
OFF, 1 tot 15 min
UIT
OFF, 1 tot 15 min
UIT
Bereik
Standaard
-20 °C tot +105 °C
20 °C
0.1 °C tot 10 °C
1 °C
AAN
AAN / UIT
AAN / UIT
UIT
OFF, 1 tot 15 min
UIT
OFF, 1 tot 15 min
UIT
MNU51803