Settings\YGM5RLR3\Desktop\KARIN\NL\aio\section10.fm
Klik op Start→ Configuratiescherm.
a
Selecteer Printers.
b
Klik met de rechtermuisknop op de printer die u zojuist hebt aangemaakt
c
en selecteer Eigenschappen.
Klik op het tabblad Algemeen op Testpagina afdrukken.
d
Als de testpagina goed wordt afgedrukt, is het installeren van de printer
voltooid.
Windows 7, Windows 7 64-bit Edition, of Windows Server 2008 R2
1 Op het Windows-werkblad van de clientcomputer, klikt u op Start→ uw
gebruikersnaam→ Netwerk (Start→ Netwerk voor Windows Server 2008
R2).
2 Zoek de hostnaam van de servercomputer op en dubbelklik op de hostnaam.
3 Klik met de rechtermuisknop op de naam van de gedeelde printer en klik dan
op Verbinden.
4 Klik op Stuurprogramma installeren.
5 Wacht tot de stuurprogramma-informatie is gekopieerd van de server-
computer naar de client-computer en tot er een nieuw printer-object is
toegevoegd aan de map Apparaten en printers. De tijd die dit kan vergen
varieert, afhankelijk van de drukte op het netwerk en andere factoren.
6 Druk een testpagina af om te zien of de installatie is gelukt.
Klik op Start→ Apparaten en printers.
a
Klik met de rechtermuisknop op de printer die u zojuist hebt aangemaakt
b
en selecteer Printereigenschappen.
Klik op het tabblad Algemeen op Testpagina afdrukken.
c
Als de testpagina goed wordt afgedrukt, is het installeren van de printer
voltooid.
Peer-to-peer
Bij gebruik van de "peer-to-peer"-methode wordt het printerstuurprogramma in
zijn geheel geïnstalleerd op elke clientcomputer. De netwerkclients behouden de
controle over de wijzigingen van het stuurprogramma. De cliëntcomputer zorgt
voor het afhandelen van de afdruktaak.
D E L L V E RT R O U W E L I J K – V O O R L O P I G 1 0 / 2 8 / 1 0 – A L L E E N V O O R T E S T
150
De printerstuurprogramma's worden geïnstalleerd op de Windows-computers
PLAATS BESTAND: C:\Documents and