Onderwerpen waarvoor speciale scherpstelling nodig kan zijn
Bij gebruik van de automatische scherpstelling is het moeilijk scherp te
stellen op de volgende onderwerpen. In dergelijke gevallen gebruikt u de
scherpstelvergrendelingsfunctie (blz. 84) of de handmatige scherpstelling
(blz. 87).
• Het is donker en het onderwerp is ver weg.
• Er is maar weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
• Het onderwerp wordt gezien door glas.
• Het onderwerp beweegt snel.
• Het onderwerp reflecteert licht, bijvoorbeeld een spiegel, of heeft
glanzende oppervlakken.
• Het onderwerp knippert.
• Het onderwerp wordt van achteren belicht.
Scherpstellen kan moeilijk zijn, afhankelijk van de bevestigde lens, ook als
u een opname van hetzelfde onderwerp maakt.
De digitale waterpas van deze camera
Druk in de stand scherpstellingscontrole
Live View op de DISP-knop zodat de
digitale waterpas wordt getoond (blz. 38).
De digitale waterpas laat zien of de
camera waterpas is in horizontale richting
en in voorwaarts/achterwaartse richting.
Wanneer de camera waterpas is in beide
richtingen, wordt de indicator groen.
Opmerkingen
• De fout van de digitale waterpas is groter als u de camera te ver naar voren of naar
achteren kantelt.
• Een kanteling van ±1° zal misschien worden aangeduid ook als de camera bijna
waterpas is.
90
NL
Horizontale richting
Voorwaarts/achterwaartse richting