Installatie - voor de installateur
10.1.2 Veiligheidsventiel monteren
Info
Als de waterdruk hoger is dan 0,6 MPa, moet in de
"Koudwatertoevoer" een reduceerafsluiter inge-
bouwd worden.
Het is verboden de maximaal toegelaten druk te over-
schrijden (zie hoofdstuk "Technische gegevens/gegeven-
stabel").
» Monteer een type-gekeurd veiligheidsventiel in de
koudwateraanvoerleiding. Let erop dat daarvoor,
afhankelijk van de voedingsdruk, eventueel ook een
reduceerafsluiter nodig is.
» Dimensioneer de afvoerleiding op een wijze dat het
water bij volledig geopende veiligheidsklep ongehin-
derd kan afgevoerd worden.
» Monteer de afblaasleiding van de veiligheidsklep
met een constante afwaartse helling in een vorstvrije
ruimte.
» De afblaasopening van de veiligheidsklep moet geo-
pend blijven naar de atmosfeer.
» Sluit de veiligheidsgroep aan op het toestel door de
buizen op het toestel te schroeven.
10.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaanslui-
tingen en installatie uit conform de voorschriften.
Scheid alle polen van het toestel van het elektriciteit-
snet voor aanvang van alle werkzaamheden.
WAARSCHUWING elektrische schok
Aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aan-
sluiting toegestaan. Het toestel moet op alle polen
met een afstand van minstens 3 mm van de aanslui-
ting van het net losgekoppeld kunnen worden.
WAARSCHUWING elektrische schok
Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de
aardleiding.
Materiële schade
Installeer een reststroom-veiligheidsapparaat (RCD).
Materiële schade
!
Neem de gegevens op het typeplaatje in acht. De
aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning.
» Trek de temperatuurinstelknop eraf.
» Draai de 4 schroeven eruit.
» Verwijder de onderste kap.
» Leid een aansluitkabel waterdicht door de aanwezige
kabeldoorvoer.
» Sluit de aansluitkabel in het toestel aan.
» Bevestig de onderste kap met de 4 schroeven.
» Steek de temperatuurinstelknop erop.
18
11. Ingebruikname
11.1 Eerste ingebruikname
Info
Vul het toestel met water voor de elektrische aanslui-
ting wordt uitgevoerd. Wanneer u een leeg toestel
inschakelt, schakelt de veiligheidstemperatuurbe-
grenzer het toestel uit.
» Open de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding.
» Open een tappunt tot het toestel gevuld is en het lei-
dingnet luchtvrij is.
» Stel het doorstroomvolume in. Let daarbij op het
maximaal toegelaten doorstroomvolume bij volle-
dig geopende kraan (zie hoofdstuk "Technische
gegevens/gegevenstabel").
» Reduceer, indien gewenst, het doorstroomvolume op
de smoring van het veiligheidsventiel.
» Draai de temperatuurinstelknop naar de maximale
temperatuur.
» Schakel de netspanning in.
» Controleer het functioneren van het toestel. Let daar-
bij op het uitschakelen van de thermostaat.
» Controleer de werking van het veiligheidsventiel.
11.1.1 Overdracht van het toestel
» Leg aan de gebruiker de werking van het toestel en
van het veiligheidsventiel uit en maak hem vertrouwd
met het gebruik.
» Wijs de gebruiker op mogelijk gevaar, met name het
gevaar van brandwonden.
» Overhandig deze handleiding.
11.2 Opnieuw in gebruik nemen
Zie hoofdstuk "Eerste ingebruikname".
12. Buitendienststelling
» Verbreek de verbinding tussen het toestel en de
netspanning met de zekering in de huisinstallatie.
» Tap het toestel af. Zie het hoofdstuk "Onderhoud/Het
toestel aftappen".