7
EUROLIGHT LD6230 Gebruiksaanwijzing
In de ANALOGE-modus heeft elk dimmerkanaal een eigen besturingsverbinding
(oftewel een eigen aderpaar), waar het besturingssignaal doorheen gaat.
De uitgangsspaning van de Dimmer verhoudt zich proportioneel tot het
signaal op de besturingskabel. Algemeen dient 0% door een spanning van
0 V, 50% door een spanning van 5 V en 100% door een spanning van 10 V te
worden weergegeven.
◊
Als het Dimmer Pack aan de ingang een nulniveau ontvangt,
dient het uitgaande signaal het minimum te bedragen. Komt aan de
ingang een piekniveau binnen, dan dient het uitgangssignaal op het
maximum te zitten.
2.4 MANUAL-modus
Om de belichting te testen kan het EUROLIGHT Dimmer Pack in de MANUAL-
modus (MANUAL-LED licht op) ook zonder extern lichtpaneel draaien.
Hierbij worden alle instellingen twee seconden na de laatste invoer opgeslagen
en kunnen ook na het uit- en weer inschakelen worden opgeroepen. Ook deze
modus wordt opgeroepen door de CONFIG-toets ingedrukt te houden en dan op
de CHANNEL-toets te drukken.
Het linker cijfer in het display geeft het desbetreffende kanaal weer, hetgeen u
met de CHANNEL-toets kunt bepalen. De twee andere cijfers geven de hoogte
van het besturingssignaal van 0 tot 99 weer. Deze kunnen met de UP- en
DOWN-toetsen worden bepaald.
3. Toepassingen
De lichttechniek is een belangrijk onderdeel bij alle soorten van uitvoeringen of
evenementen. Zowel concerten, theater- of musical-uitvoeringen en discotheek-
evenementen, als presen-taties en voorstellingen op beurzen zijn afhankelijk van
een goede visuele ondersteuning om voor een blijvende indruk te zorgen.
De belichtingstechniek dient bepaalde stemmingen op te roepen, of bestaande
indrukken, die door de muziek of de dramaturgie van een uitvoering ontstaan,
op zinvolle wijze te ondersteunen. Zo bezien is de lichttechniek een veeleisende,
creatieve bezigheid, waar het er meer om gaat, beweging en visuele structuren
op te roepen, dan slechts deze of gene lichten aan en uit te zetten. Om dit doel
te realiseren, moet men natuurlijk kunnen beschikken over een betrouwbare,
multifunctionele techniek, zodat het idee van een effectief belichtingsconcept
ook daadwerkelijk kan worden omgezet. Het EUROLIGHT Dimmer Pack LD6230
heeft hiervoor een maximum aan functionaliteit te bieden en is de perfecte
aanvulling op een lichtpaneel, bij voorkeur de BEHRINGER EUROLIGHT LC2412.
Dankzij de digitale DMX-besturing kunnen er met meerdere Dimmer Packs ook
complexere belichtingsconcepten worden gerealiseerd, doordat er met een
dergelijke verbinding wel tot 32 apparaten kunnen worden bestuurd. Daar komt
nog bij dat de componenten niet alleen uit belichting hoeven te bestaan,
maar dat er in het SWITCH-bedrijf ook andere apparaten zoals rookmachines,
pyrotechnische installaties of motoren kunnen worden aangestuurd. Zodoende is
de LD6230 meer als gewoon een onderdeel van de lichtinstallatie.
De volgende afbeelding laat een voorbeeld zien, van hoe twee EUROLIGHT
LD6230, de BEHRINGER EUROLIGHT LC2412 en de BEHRINGER ULTRAPAR UP1000
spots op elkaar worden aangesloten, zodat er twaalf lichtkanalen kunnen worden
bediend. Het ene Dimmer Pack wordt met het digitale DMX-besturingssignaal
aangestuurd, het andere met het analoge signaal. Als beide Dimmer Packs met
het DMX-signaal moeten worden aangestuurd, dan moet het tweede Dimmer
Pack het besturingssignaal via de DMX512 OUT van het eerste krijgen:
ULTRAPAR UP1000
DMX512 In
EUROLIGHT LD6230 Rear
Analog In
DMX512 Out
Analog Out
EUROLIGHT LC2412 Rear
Afb. 3.1: Aansluitvoorbeeld met de EUROLIGHT LC2412 en ULTRAPAR UP1000 schijnwerpers
Mochten er nog meer lichtkanalen nodig zijn, dan moeten er ook
overeenkomstig meer Dimmer Packs voor de verwerking van alle
besturingssignalen worden aangesloten.
◊
Schijnwerpers of apparaten mogen nooit onder spanning (belasting)
ingestoken of uitgetrokken worden, om beschadigingen aan de
uitrusting en gevaar voor de gebruiker te voorkomen.
4. Aansluitingen en Eerste Gebruik
4.1 Digitale DMX-aansluiting
De digitale aansluitingen DMX512 IN en DMX512 OUT voldoen aan de
internationale DMX512 norm. Als steekverbinding worden 5-polige XLR-pluggen
gebruikt, waarbij de Controller en DMX-Sender female-, en ontvangende
apparaten, zoals Dimmer Packs, male-aansluitingen hebben.
5-pin XLR connectors for DMX512 signals
1 = Signal common/shield
2 = Data 1 (-)
3 = Data 2 (+)
Pins 4 (data 2 -) and 5 (data 2 +) are not connected (optional use)
Afb. 4.1: Pin-toewijzing 5-polige XLR-stekker