Inbedrijfname - Gira RTR 230 V Bedieningsvoorschrift
Verberg thumbnails
Zie ook voor RTR 230 V:
- Bedieningsvoorschrift (4 pagina's) ,
- Bedieningsvoorschrift (9 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
RTR 230 V~ met verbreek- / maakcontact, uitschakelaar en controlelamp
￭
Bedraad optioneel de ingang voor de verlagingsmodus Ø via een schakelcontact van een
centrale klok (8).
Als de ingang is aangesloten op 230 V wordt de ingestelde setpointtemperatuur met 4 °C
verlaagd.
￭
Bedraad optioneel de ingang voor het koelen C via een schakelcontact van de verwar-
mingsinstallatie (9).
Als er 230 V is aangesloten op ingang C is het koelbedrijf actief. Als de 230 V wordt uitge-
schakeld, gaat het apparaat automatisch over op het verwarmingsbedrijf.
Bij elke omschakeling brandt de led gedurende 10 seconden in de kleur van de actuele
bedieningsmodus.
￭
Apparaat in apparatuurdoos monteren, aansluitklemmen moeten onderaan liggen.
￭
Breng het afdekraam (2), de centrale plaat (4) en de bedieningsknop (5) aan.
￭
Netspanning inschakelen.
7.1 Inbedrijfname
Regel- en ventieltype instellen
Fabrieksinstelling:
–
Pulsbreedtemodulatie (PWM)
–
Ventieltype stroomloos gesloten (NC)
Deze instelling kan bij de meeste verwarmingssystemen zonder aanpassing worden gebruikt.
Instellingen wijzigen
￭
Druk de bedieningsknop langer dan 20 seconden in.
De led knippert groen bij de PWM-regeling en groen/blauw bij de 2-punts regeling.
￭
Bedieningsknop kort indrukken: het regelgedrag wordt veranderd.
￭
Houd de bedieningsknop langer dan een seconde ingedrukt: het regelgedrag wordt opge-
slagen.
Aanpassen van het ventieltype.
De led knippert rood bij het ventieltype "stroomloos gesloten" (NC) en rood/blauw bij het
ventieltype "stroomloos geopend" (NO).
￭
Bedieningsknop kort indrukken: het ventieltype wordt gewijzigd.
￭
Houd de bedieningsknop langer dan een seconde ingedrukt: het ventieltype wordt opge-
slagen.
De instelmodus wordt automatisch verlaten.
Na ca. 2 minuten zonder bedieningshandeling wordt het menu gesloten zonder dat er iets
wordt opgeslagen.
Temperatuurbegrenzingen instellen
De kamerthermostaat heeft een instelbereik van 5 ... 30 °C. Het instelbereik van de temperatuur
kan met de instelringen op de centraalplaat worden beperkt.
De aangegeven temperatuurwaarden kunnen, afhankelijk van de inbouwlocatie, afwijken
van de werkelijke kamertemperatuur.
82404002
06.05.2022
5 / 7
Advertenties
Inhoudsopgave
