2. Configuratie en Algemene parameters
2.1 Meest voorkomende instellingen
2.1.1 Objectenlijst
Benaming
Master melder
Slave melder
* De objecten Afstandsbediening en Slave detectie zijn beschikbaar wanneer de aanwezigheidsdetector als master detector
gebruikt wordt. Deze objecten maken de integratie van de slave detectoren mogelijk om de detectiezone uit te breiden.
** Dit object is enkel beschikbaar wanneer de aanwezigheidsdetector als slave detector gebruikt wordt. Heb object Slave
uitgang maakt het mogelijk informatie over de aanwezigheid aan de master detector over te brengen. In dit geval wordt de slave
detector gebruikt om de detectiezone van de master detector uit te breiden.
2.1.2 Instelling van de parameters
In het instellingsdomein Algemeen is het mogelijk de belangrijkste instellingen van de werkingsmodus uit te voeren.
➜
Parameterscherm
■
Type melder
Deze functie breidt de detectiezone van de aanwezigheidsmelder uit door er meerdere overige melders aan toe te voegen.
Er zijn twee verschillende relaties mogelijk.
•
Master melder
Het verlichtingskanaal van de master melder wordt ingeschakeld zodra één van de 25 slave melders een aanwezigheid in de
detectiezone meldt.
•
Slave melder
Een slave melder informeert de master melder regelmatig of er een aanwezigheid in de zone gedetecteerd werd, het lichtniveau
van de zone wordt voor het verzenden van deze informatie niet in acht genomen.
TCC510S
Nr
Naam
6
Verlicht kanaal
7
Verlicht kanaal
0
Slave ingang 1
Functie van het object
Besturing op afstand*
Detectie door Slave melder* 1 bit
Slave uitgang**
Scherm 1
5
Lengte
C
R
W
1 bit
C
R
W
C
R
W
1 bit
C
R
W
6T 8069-06b
T
T
T
T