Aansluitend kunt u binnen de
30 seconden een nieuwe code-
ring programmeren.
4. Inbedrijfstelling
4.1 Draadloos stopcontact
gebruiken (Fig. B)
1. Steek het draadloze stopcon-
tact in een voldoende beveiligd
aardlekstopcontact en sluit de
in te schakelen verbruiker aan.
2. Schakel de verbruiker in. Het
draadloze stopcontact kan de
schakelfunctie enkel dan over-
nemen als de verbruiker inge-
schakeld is.
18
NL/BE
WAARSCHUWING!
BRANDGEVAAR!
Sluit geen apparaten
aan waarvan onopzette-
lijk inschakelen brand of
andere schade zou kunnen veroor-
zaken. De maximale belastbaar-
heid per draadloos stopcontact be-
draagt 3680 W. Een overbelasting
kan brandgevaar of schade aan het
toestel veroorzaken.
4.2 Afstandsbediening
gebruiken (Fig. A)
De afstandsbediening stuurt tot
max. 3 draadloze stopcontacten
(afzonderlijk, in groepen of alle te-
gelijk).
1. Druk op de aan de verbrui-
ker, die u wilt inschakelen,
toegewezen ON-toets
op
2