Automatisch Vetsmeersysteem qïáåJP ==
O
tÉêâáåÖëéêáåÅáéÉ
OKN
fåäÉáÇáåÖ
In dit hoofdstuk worden de werkingsprincipes van de verschillende onderdelen van het Twin
automatisch smeersysteem behandeld. De smeercyclus, pompunit, besturingséénheid, doseurs,
drukschakelaar, waarschuwingslamp en de Twin-3 display worden besproken.
OKO
aÉ=ëãÉÉêÅóÅäìë
Elke smeercyclus bestaat uit vier fasen. De smeercycli worden afwisselend door smeerleiding A en
B uitgevoerd (zie Figuur 2.1). Het 5/2-wegventiel, dat in de pompbehuizing is geïntegreerd, bepaalt
welke primaire smeerleiding op de pomp wordt aangesloten en welke wordt aangesloten op het
vetreservoir. De volledige smeercyclus heeft een vooraf bepaalde duur; de lengte van de vier fasen
hangt af van de omstandigheden. De verschillende smeercycli en fasen worden hieronder
besproken.
éçãé
RLO=âäÉé
ÇêìâîÉêäççé
éêáã~áêÉ=äÉáÇáåÖ=^
ÇêìâîÉêäççé
éêáã~áêÉ=äÉáÇáåÖ=_
Figuur 2.1
OKOKN
pãÉÉêÅóÅäìë=^
aÉ=éçãéÑ~ëÉ
De smeercyclus begint met een pompfase. Tijdens deze fase wordt het vet uit het reservoir
gepompt, via primaire smeerleiding A, naar de verdelerblokken. De pompfase eindigt wanneer de
druk op de drukschakelaar een vooraf bepaald niveau bereikt. De tijd die nodig is om die vooraf
bepaalde druk te bereiken, hangt af van verschillende factoren zoals temperatuur, consistentie van
het vet (dikte) en de omvang van het smeersysteem.
Tijdens de pompfase persen de doseurs een bepaalde hoeveelheid vet (de dosering) door de
secundaire smeerleiding naar de smeerpunten.
U
Werkingsprincipe
`óÅäìë=^
éçãéÑ~ëÉ
ÇêìâÄÉJ
ÜçìÇÑ~ëÉ
Overzicht van de diverse fasen van de smeercyclus
Çêìâ~ÑJ
é~ìòÉ=
éçãéÑ~ëÉ
å~ãÉÑ~ëÉ
Ñ~ëÉ
=
`óÅäìë=_
ÇêìâÄÉJ
Çêìâ~ÑJ
é~ìòÉ=
ÜçìÇÑ~ëÉ
å~ãÉÑ~ëÉ
Ñ~ëÉ
cONQMOOoMR