Elke stap heeft zijn eigen waarden voor tijd en toerental. Wanneer de vorige stap een lager toerental heeft dan de
volgende, kan een versnellingsprofiel worden gekozen. Wanneer de vorige stap een hoger toerental heeft dan de
volgende, kan een remprofiel worden gekozen.
De volgende waarden kunnen niet voor de afzonderlijke stappen worden aangegeven, maar zijn slechts te wijzigen
bij het bewerken van de eerste stap:
•
Temperatuur
•
Eenheid van het toerental
•
Eenheid van de tijd
•
Instelling, of de tijd bij versnelling of bij het bereiken van de voorgeschreven snelheid meeloopt.
Er kunnen maximaal 30 stappen in een steprun worden aangemaakt.
Menu
36 van 73