Programmeerbare toetsen
Selecteer in het menu Instellingen het submenu Sneltoetsen en druk op de optie [Selecteren].
Selecteer de toets die u wilt wijzigen en bevestig uw keuze. Kies een functie voor de toets en
bevestig uw keuze.
Snelkeuze
Met dit menu kunt u elk van de cijfertoetsen (0 tot en met 9) toewijzen aan een contactperso-
on, zodat u die contactpersoon snel kunt bellen. U kunt die contactpersonen selecteren in het
telefoonboek en in de groepenlijst.
Als u een oproep wilt plaatsen naar één van deze tien contactpersonen hoeft u in het begin-
scherm alleen maar op de desbetreffende cijfertoets te drukken en aansluitend op de toets
.
Selecteer in het menu Snelkeuze de optie Cijfertoetsen en vervolgens [Enter].
Kies één van de cijfertoetsen tussen 0 en 9 om te gebruiken als snelkeuzenummer en druk op
OK. Als een nummer of een groepsoproep al is gereserveerd, wordt die snelkeuze weergege-
ven onder het gekozen cijfer. Zo niet, dan wordt (Niet-actief) weergegeven. Als u de snelkeu-
zetoets hebt geselecteerd, selecteert u de contactpersoon in het telefoonboek (PTP-keuze) en
drukt u op [Bevest.].
Audio
Volume en geluiden
Met dit menu kunt u elk gebeurtenistype een eigen geluid toewijzen.
Selecteer in het menu Audio het submenu Geluiden en druk op de optie [Selecteren].
Selecteer de functie waaraan u een geluid wilt toewijzen. Selecteer het gewenste geluid in de
lijst en bevestig uw keuze. Selecteer het gewenste volume met behulp van de toetsen Ä en ~
en bevestig uw keuze.
U kunt het geluid uitschakelen door op de toets te drukken.
49