2.2. Binneneenheid
: De instructie betreft de draadloze LAN-bediening (als optie
verkrijgbaar).
Voor Handmatige/ Automatische
bediening en reset Filterindicator
(Raadpleeg pagina 9.)
*1)
Inlaatrooster
Luchtfilter
Lamellen richting
horizontale luchtstroom
Indicatielampjes
*1) Controleer, voor u de werkzaamheden start, dat het inlaatrooster
volledig is gesloten. Onvolledig afsluiten kan gevolgen hebben voor
het juist functioneren of de prestaties van het product.
*2) Er gaan onder de volgende omstandigheden indicatielampjes
branden.
Kleur
Naam
Werking
Groen
Timer
Oranje
Zuinige
Groen
W-LAN
Oranje
3. EENVOUDIGE BEDIENINGSHANDELINGEN
■ 3 stappen voor het starten van de werking
1. Druk op
als u de werking wilt starten of stoppen.
2. Druk op
als u de werkstand wilt selecteren.
De werkstand verandert als volgt.
AUTO
COOL
(Koelen)
3. Stel de gewenste temperatuur in met een druk op
.
De temperatuur wijzigt in stappen van 1 °C.
Temperatuurinstelbereik
Auto/Koelen/Drogen
Verwarmen
Sleuf W-LAN-
adapter
Classificatielabel
Voorpaneel
Afvoerslang
*2)
Ontvanger signaal
afstandsbediening
Werking of omstandigheid
Normale werking
Timerwerking
Zuinige stand
De draadloze LAN-bediening is
actief.
DRY
FAN
HEAT
(Drogen)
(Ventileren)
(Verwarmen)
18 - 30 °C
16 - 30 °C
OPMERKINGEN:
• Stel in de stand Koelen of Drogen de temperatuur lager in dan de
actuele kamertemperatuur.
• In de stand Koelen kan de ventilator van de binneneenheid van tijd
tot tijd tot stilstand komen voor de werking van de ventilator voor
energiebesparing, zodat energiebesparing mogelijk wordt door
het stoppen van de rotatie van de ventilator van de binneneenheid
wanneer de buiteneenheid is gestopt.
In de begininstelling is deze functie geactiveerd.
Als u deze functie wilt uitschakelen, vraag dan advies aan de
installateur of een officiële servicemonteur.
• In stand Verwarmen,
- stelt u de temperatuur hoger in dan de actuele temperatuur van
het vertrek.
- de ventilator van de binneneenheid werkt in deze stand eerst 3 - 5
minuten lang op zeer lage snelheid.
- de functie automatische ontdooiing neemt het over van de functie
Verwarmen, wanneer dat nodig is.
• In de stand Ventileren is temperatuurregeling niet beschikbaar.
4. INSTELLINGEN VAN DE LUCHTSTROOM
4.1. Instelling ventilatorsnelheid
U kunt de ventilatorsnelheid regelen door op
)
)
De snelheid van de ventilator verandert als volgt.
AUTO
HIGH
Wanneer
is geselecteerd, is de snelheid van de ventilator
afhankelijk van de werkstand.
4.2. Instelling van de richting van de luchtstroom
Raadpleeg voor gegevens over het bereik van de luchtstroom
"Bereik van de richting van de luchtstroom".
■ Instelling richting verticale luchtstroom
U kunt de verticale luchtstroomrichting aanpassen door op
)
)
te drukken.
■ Instelling richting horizontale luchtstroom
Controleer, voordat u de richting van de horizontale lucht-
stroom aanpast, dat de lamel voor de richting van de verticale
luchtstroom volledig tot stilstand is gebracht.
Stel de twee knoppen met de hand af.
)
)
■ Instelling functie Zwenken
Druk op
als u de functie Zwenken wilt starten of
)
)
stoppen.
OPMERKINGEN:
● De functie Zwenken kan tijdelijk tot stilstand komen wanneer de
ventilator van de binneneenheid op zeer lage snelheid draait of stopt.
■ Bereik van de richting van de luchtstroom
Richting verticale luchtstroom
Wijzig door
Functie Zwenken door
1
2
3
4
5
6
* het bereik van de functie Zwenken wordt bepaald door de richting van de
luchtstroom die is ingesteld voordat de functie zwenken is ingeschakeld.
OPMERKINGEN:
• Stel de lamellen voor de richting van de luchtstroom niet met de hand af.
• In de stand Auto of Verwarmen blijft de richting van de luchtstroom,
vanaf de start van de functie, enige tijd in positie 1.
• In de stand Koelen of Drogen wordt positie 1 - 3 geadviseerd
zodat wordt voorkomen dat uw bezittingen worden beschadigd
door druppels condenswater. Als positie 4 - 6 30 minuten of meer
in deze standen wordt aangehouden, verandert de richting van de
luchtstroom automatisch naar stand 3.
• Wanneer u de mobiele app gebruikt (als optie verkrijgbare draadloze
LAN-bediening noodzakelijk) kan voor de verticale luchtstroom
worden gekozen uit 4 posities.
Nl-4
MED
LOW
OPGELET
1 ⇄ 2 ⇄ 3 ⇄ 4 ⇄ 5 ⇄ 6
Koelen, Drogen
1
4
Verwarmen
3
6
Ventileren *
1
4 of 3
te drukken.
QUIET
6