3.3 Ontvanger:
Display
Krokodillenklemmen
Voeding
Stroom
Bedrijfstemperatuur
Bedrijfstemperatuur
Continuïteitstest
Kabelspanningscontrole
4. PROCEDURE
4.1 Werking van zender & ontvanger
1) Verbind met het ene uiteinde van de kabel één van de
zenders gemarkeerd van CH1 tot CH16 op elk van de
geleiders van de te testen kabel. Verbind het referentiesnoer
"COM" (zwarte krokodillenklem) van de zender met een
geïdentificeerde geleider.
2) Verbind met het andere uiteinde van de gekende geleider de
"COM" klem (zwarte krokodillenklem) van de ontvanger.
Door
achtereenvolgens
krokodillenklem) van de ontvanger de geleiders van de te
testen kabel aan te raken, verschijnt het nummer van de
aangesloten geleider op het display van de ontvanger (1-16).
Werkingsvoorbeeld 1: kabeldetectietest
Werkingsvoorbeeld 2: lokaliseren van een metalen
waterpijp
OPGELET
: Hoewel de toestellen over een ingebouwd
beveiligingscircuit beschikken, mag men geen spanning
van meer dan 50V (AC of DC) over de krokodillenklemmen
van de zender & ontvanger aanleggen.
toestellen onherroepelijk beschadigen.
blauwe LED, twee digits
2 klemmen (1 rode/1 zwarte)
9V batterij
23mA
0
tot 40 (32F tot 104 )
–10
~ 50 (14 ~ 122 )
Geluidssignaal bij < 100
5V tot 16V DC
met
de
ingangsklem
- 7 -
(rode
Deze kan de
7