4.1 Installatieprocedure
1. Het kabeltracé aanpassen
Nr
Wat & Wanneer
Monteer een van de
kabelbomen (2) uit het
1a.
installatiepakket op de
apparatenklem (5).
Maak de werkschakelaar
(Q3) los van de DIN-
rail. Trek hiervoor de
kunststof lip naar
beneden. Maak de
bedrading aan de
1b.
bovenkant van de
werkschakelaar (Q3)
los. Laat de bedrading
aan de onderzijde van
de werkschakelaar
aangesloten.
Duw de werkschakelaar
aan de kant en plaats de
1c.
los genomen kabels uit de
werkschakelaar (Q3) in de
apparatenklem.
Leg de apparatenklem (5)
onder de metalen brug
ter hoogte van zekering
1 en 6 (waar eerst de
1d.
werkschakelaar zat), en
leg de kabels weg zoals
op de afbeeldingen
aangegeven.
Alfen ICU B.V. | Smart Charging Network uitbreiding V1.0 | Twin 5 | NL | 06/2023 | 203130045-ICU
Hoe
10