Inhoudsopgave
Advertenties
georiënteerd, zodat de SD-kaart en de SIM-kaart er niet uitvallen. De lade moet volledig
worden geplaatst en mag niet uit de gleuf steken.
De batterij opladen
Laad de batterij op voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt of wanneer u het enige tijd niet
hebt gebruikt. Gebruik alleen een compatibele oplader en kabel van uw apparaat. Het gebruik van
een incompatibele oplader en kabel kan letsel of schade aan uw apparaat veroorzaken.
Een onjuiste aansluiting van de lader kan het apparaat ernstig beschadigen. Schade als
gevolg van onjuist gebruik valt niet onder de garantie.
Gebruik alleen de USB Type-C kabel die bij dit apparaat is geleverd. Het gebruik van een
micro-USB-kabel kan het apparaat beschadigen.
Om stroom te besparen, haalt u de stekker van de oplader uit het stopcontact als u hem
niet gebruikt. De lader heeft geen aan/uit-knop, dus u moet de stekker uit het stopcontact
halen om de stroom uit te schakelen. Het apparaat moet tijdens het opladen in de buurt van
het stopcontact blijven.
Goed om te weten: De levensduur van de batterij van de SmartVision3 hangt af van hoeveel u
hem gebruikt. Hoe meer u het apparaat gebruikt, hoe sneller de batterij leeg raakt. U kunt het
batterijverbruik optimaliseren door instellingen als schermhelderheid en stand-bytijd aan te
passen, de energiebesparingsmodus in te schakelen, onnodige toepassingen die op de
achtergrond draaien te sluiten of Bluetooth en Wi-Fi uit te schakelen als u die niet gebruikt.
Om de batterij op te laden, sluit u de USB Type-C-kabel aan tussen de SmartVision3 USB-
aansluiting en de netlader. Steek dan de stekker van de oplader in het stopcontact. Wanneer de
batterij volledig is opgeladen, koppelt u de lader los van het apparaat.
Draadloos opladen
SmartVision3 is uitgerust met een draadloze oplaadfunctie. U kunt de batterij dus opladen met de
draadloze lader die in het OMNI-pakket wordt meegeleverd. Sluit de USB Type-C kabel aan
tussen de USB aansluiting op de draadloze lader en de netlader en steek de netlader in het
stopcontact. Plaats vervolgens de achterkant van de SmartVision3 in het midden van het
draadloze laadstation. Als de batterij volledig is opgeladen, haalt u het apparaat uit het draadloze
laadstation.
Voorzorgsmaatregelen voor draadloos opladen :
Als u de onderstaande voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, is het mogelijk dat het apparaat
niet goed wordt opgeladen of oververhit raakt, of dat het apparaat en de elektronische kaarten
worden beschadigd:
Plaats het apparaat niet op het draadloze laadstation met een creditcard of RFID-kaart
(Radio Frequency Identification) erachter (transportkaart of toegangskaart).
Plaats het apparaat niet op het draadloze laadstation wanneer geleidende materialen, zoals
metalen voorwerpen en magneten, zich tussen het apparaat en het draadloze laadstation
bevinden.
Tips en voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de batterij :
Als de batterij volledig ontladen is, kunt u het apparaat niet inschakelen, zelfs niet als de
oplader is aangesloten. Laad de batterij enkele minuten op voordat u het apparaat
inschakelt.
Als u meerdere toepassingen, netwerktoepassingen of toepassingen die een verbinding
met een ander apparaat vereisen gebruikt, zal de batterij snel leeglopen. Gebruik deze
toepassingen altijd wanneer de batterij volledig is opgeladen, om te voorkomen dat er
stroom verloren gaat tijdens de gegevensoverdracht.
Als u een andere voedingsbron dan de oplader gebruikt, zoals een computer, kan de
oplaadsnelheid worden vertraagd.
SmartVision3 - Gebruikershandleiding
Pagina 11 op 56
Advertenties
Inhoudsopgave
