Inhoudsopgave
Advertenties
Let op: Wees bewust dat, wanneer je gebruik maakt van diverse FluoMini Pro O
je de sondes niet onderling kan uitwisselen zonder kalibratie. Advies is om altijd dezelfde
sonde voor een sensor te gebruiken om reproduceerbare metingen te verrichten.
In dit menu kan de sensor automatisch gekalibreerd worden. Kalibratie kan worden uitgevoerd
via een 1-punts kalibratie (op 20.95 % O
Om de gewenste kalibratie te selecteren:
1. Open het menu <Sensor settings>.
2. Open het menu <Calibrate>.
3. Gebruik de Up en Down knoppen om de gewenste kalibratie te
selecteren.
4. Bevestig de selectie door op Meet/Enter (Select) te drukken.
De temperatuur is altijd de eerste waarde bij kalibratie. Het kalibreren van temperatuur is
verstandig voor accurate metingen, maar zou kunnen worden overgeslagen door op de
Menu/Exit knop (Skip) te drukken. Wanneer hiervoor gekozen wordt, zal automatisch
gevraagd worden om de volgende parameter te kalibreren.
Voor een 1-punts kalibratie (incl. temperatuur):
1. Steek de sonde in een 20.95% O
2. Gebruik de Up en Down knoppen om de huidige temperatuur te bevestigen.
3. Bevestig deze waarde door op Meet/Enter (Set) te drukken.
4. Wacht tot de gemeten temperatuur op het scherm is gestabiliseerd en druk op
Meet/Enter (Apply).
5. Wacht tot de gemeten zuurstofwaarde op het scherm is gestabiliseerd en druk op
Meet/Enter (Set).
) of een 2-punts kalibratie (op 0% en 20.95% O
2
omgeving.
2
|T sensoren,
2
).
2
19
Advertenties
Inhoudsopgave
