De toe- en afvoerslangen van het water kunnen zowel naar rechts als naar links
worden geleid om een correcte installatie mogelijk te maken.
Let op!
Wij bevelen aan om deze handeling zo zorgvuldig mogelijk uit te
voeren om tijdens het gebruik trillingen, lawaai of de verplaatsing van
de wasdroger te voorkomen.
Bij een installatie van de machine op een vloer met vloerkleed moet u
ervoor opletten dat de openingen aan de onderkant van de wasmachine
niet verstopt raken.
Verzeker u ervan dat de wasdroger tijdens de werking niet tegen muren,
wanden, meubels enz. leunt.
De machine mag niet achter een blokkeerbare deur, een schuifdeur of een
deur met een scharnier aan de tegenovergestelde zijde worden gemonteerd.
2.3 AANSLUITING OP HET WATERKRAANTJE
1.
Controleer of de voedingsdruk tussen de volgende
waarden ligt: 0,05-0,9MPa. Bij een hogere druk moet u
een drukbegrenzer installeren.
2.
Sluit de koudwatervulslang (lichtblauwe ring) aan
op
het
schroefdraadaansluiting van ¾ gas, en zorg ervoor dat
hij goed vast wordt geschroefd om lekkages te
voorkomen. De vulslang van het water mag niet geknikt
of afgeklemd zijn en mag niet vervangen of afgesneden
worden. De schroefverbindingen moeten uitsluitend
met de hand worden aangedraaid.
3.
Bij aanwezigheid van een toevoer met warm water, mag de temperatuur
waarop het water wordt aangevoerd niet hoger zijn dan 60°C en moet de
slang met de rode ring worden aangesloten op het warmwaterkraantje.
Let op!
Indien de aansluiting wordt uitgevoerd met nieuwe of langdurig niet
gebruikte leidingen, zult u eerst een bepaalde hoeveelheid water moeten
laten doorstromen alvorens de vulslang aan te sluiten. Op deze wijze wordt
voorkomen dat eventuele ophopingen van zand en andere onzuiverheden
de speciale, met de machine geleverde filters ter bescherming van de
waterinlaatkleppen, kunnen verstoppen.
U moet de nieuwe, met de machine geleverde vulslang gebruiken en mag de
oude slang niet gebruiken.
koudwaterkraantje
met
de
NL
9