instellingenscherm
- Externe : Hiermee wordt de kleur van de video beheerd als de alarmingang terminal wordt gesynchroniseerd
met een extern apparaat.
- Programma : Stelt de tijd in wanneer de camera in werking is in de kleurmodus.
• Wachttijd : De periode aan, gedurende welke de geselecteerde helderheid moet worden aangehouden
om de verlichtingsmodus van dag naar nacht om te schakelen, en omgekeerd.
• Duur : Dit specificeert het interval van de omzetting van de verlichtingsmodus.
• Alarm aan : De video wordt ingesteld op kleur of Z/W als de alarmsensor is geopend of gesloten.
Als de dag/nacht-modus is ingesteld op externe Input, is de invoerfunctie van het alarm van de Alarmvoorval-invoerpagina
`
uitgeschakeld.
• Activeringstijd(Kleur) : Dit geeft het schema voor de kleurmoduswerking.
Als het is ingesteld, wordt de kleurmodus van 00 tot 59 seconden gehandhaafd, van start tot eind.
`
Als u schakelt naar dag/nacht-modus, werkt de bewegingsdetectie niet.
`
J
Speciale instellingen
1. Selecteer <Speciaal>.
2. Selecteer het gewenste item en stel het juist in.
• DIS : Compenseert het beeld automatisch wanneer
trillingen waargenomen worden bij stabiele beelduitvoer.
Vermindert de mate van beeldtrilling wanneer de camera trilt
`
M
als gevolg van externe factoren, zoals wind.
• Scherpte : Hiermee kunt de algehele scherpte van het
beeld aanpassen.
Door <Aan> te selecteren, kunt u de scherpte van het
beeld aanpassen.
• Scherpstellen niveau : Hoe hoger het niveau, hoe scherper en duidelijker de contouren van het beeld
worden.
• Gammawaarde : Hiermee past u het contrast van het beeld aan.
• Contrast : Past het verschil aan tussen het donkerste gebied en het lichtste gebied in de video.
• Kleurniveau : Pas de sterkte van videokleur aan.
• Ontwaseming : Compenseer de video gedurende mistige of bewolkte weersomstandigheden.
Het is standaard ingesteld op <Uit>. Speciale instellingen worden gebruikt wanneer de video-opname
onscherp is bij mistige weer.
- Uit : De ontwaseming verwijderfunctie uitschakelen.
- Auto : Het beeld wordt automatisch gecompenseerd al naar gelang de mate van mist. <Niveau
ontwaseming> aanpassen om effectiever te zijn.
- Handmatig : De gebruiker stelt handmatig de hoeveelheid compensatie in voor elk beeld.
Als de ontwasemingsmodus is ingesteld op <Auto>, zijn de prestaties evenredig aan de mate van mist. Om
`
J
het vastgestelde ontwasemingsniveau te behouden ongeacht de mate van mist, zet de ontwasemingsmodus op
<Handmatig>.
Als het handmatige ontwasemingsniveau hoog is bij dunne mist, kan het beeld te donker geworden.
`
• Niveau ontwaseming : Controleer het ontwasemingsniveau.
• LDC : Voor het bepalen of de correctie voor beeldvervorming wel of niet moet worden gebruikt.
• LDC Niveau : Voor het aanpassen van het niveau van de vervormingscorrectiefactor.
36_ instellingenscherm
Instellen van OSD
1. Selecteer <OSD>.
2. Selecteer het gewenste item en stel het juist in.
• Naam camera : Hiermee wordt de cameranaam
aangegeven die zal worden weergegeven op het scherm.
Vink het selectievakje <Gebruiken> aan om een
cameranaam toe te voegen.
- Toevoegen : Klik op de knop <Toevoegen> en u kunt in
totaal 5 regels, 17 tekens per regel en een totaal van 85
tekens toevoegen.
- Voorbeeldweergave : Klik op de knop <Voorbeeldweergave> om de naam te bekijken van de
camera die op het scherm wordt weergegeven.
• Naam camera X, Y : Het geeft de positie van de cameranaam op het scherm.
• Datum en tijd : stel de tijdsweergave en datumformaten op het scherm in.
• Datum en tijd X, Y : Hiermee kunt u de positie van tijdweergave op het scherm aangeven.
• Weekdag weergave : Hiermee kunt u het gebruik van datumweergave op het scherm aangeven.
• Grootte : Stelt de grootte van OSD in op klein/gemiddeld/groot.
• Kleur : Stelt de kleur van de OSD in op wit/rood/blauw/groen/zwart/grijs.
• Transparantie : Stelt de transparantie in van OSD naar ondoorzichtig / laag / gemiddeld / hoog.
Een item met afstelbare positie (Cameratitel, datum & tijd) wordt wellicht niet normaal weergegeven als het overlapt met een
`
J
ander vast OSD-item.
Meertalig, anders dan Engels : Invoer is alleen beschikbaar in de geselecteerde taal.
`
Instellen van de verwarming:
1. Selecteer <Verwarming>.
Als er ijsvorming optreedt, kan de gebruiker op de knop
klikken en de verwarming gedurende 30 minuten inschakelen
om de ijsvorming te verwijderen.
Bij lage temperaturen, wanneer er grote kans is op ijsvorming, is de verwarming altijd aan; bij hoge temperaturen, als het
`
J
apparaat er door beschadigd kan raken, werkt deze niet, zelfs als men om de inwerkingstelling ervan vraagt.
IR instellen
1. Selecteer <IR>.
2. Selecteer het gewenste item en stel het juist in.
• Modus : Als de IR-indicator gaat branden in zwart-
witmodus, wordt het scherm in het middengebied tegen
verzadiging beschermd. Op die manier kunt u een voorwerp beter van dichtbij zien.
- Uit : IR-modus wordt uitgeschakeld.
- Auto1 : Stel de helderheid van de IR in volgens de helderheid van het voorwerp op het middelste scherm.
- Auto2 : De helderheid van de IR wordt automatisch aangepast afhankelijk van de helderheid van het
object dat zich in het midden of aan de rand van het scherm bevindt.
- Handmatig : Stel handmatig IR-helderheid in.
• Niveau : Wijzig het niveau van de IR in de handmatige modus.