instellingenscherm
Audiodetectie
U kunt instellen dat een opgegeven geluidsniveau wordt gedetecteerd en hier een gebeurtenis voor activeren.
1. Selecteer in het menu Instellen het <Analyse (
2. Klik op <Audiodetectie>.
3. Instellen op wel of niet <Audiodetectie inschakelen>.
4. Geef het geluidsniveau voor audiodetectie op.
Hoe lager het niveau, hoe geringer de geluidswijziging die
wordt gedetecteerd.
Het audiodetectieniveau is ontworpen voor het normaliseren van
`
M
de inputgegevens naar een waarde tussen 1 en 100 en voor het
detecteren van het signaal dat groter is dan de drempelwaarde. Het is niet gerelateerd aan het decibel (dB)-niveau.
5. Configureer het programma van de bewegingsgebeurtenissen en de omstandigheden van de
bewegingsgebeurtenissen.
Voor meer informatie over <Activeringstijd> en <Instelling gebeurtenisactie>, raadpleeg 'Tijdschema'. (pagina 45)
`
6. Klik wanneer u klaar bent op [Toepassen].
Selecteer <Audio en Video> - <Audio-instellingen> en stel het juiste volume voor uw microfoon in als een audio-
`
M
ingangsbron, zodat de audio detectie functie correct kan werken.
Als het audiodetectieniveau te laag is, geeft u bij <Audio-instellingen> een hogere versterking van de audio-invoer op.
`
U kunt de audiodetectiefunctie gebruiken als er een audio-invoerapparaat op de camera is aangesloten.
`
Geluidsclassificatie
U kunt instellingen voor het genereren van een gebeurtenissignaal configureren als antwoord op detectie van
een bepaalde geluidsbron.
1. Selecteer in het menu Instellen het <Analyse (
2. Klik op <Geluidsclassificatie>.
3. Instellen op wel of niet <Geluidsclassificatie inschakelen>.
4. Stel het niveau van audiosterkte voor de te classificeren
geluidsbron in. De waarde voor de audiosterkte voor de
invoeraudio wordt periodiek bijgewerkt van rechts naar links,
en wordt getekend in het gebied. Classificatie geluidsbron is
alleen van toepassing op audio van een hoger niveau dan de
opgegeven waarde.
50_ instellingenscherm
)> tabblad.
)> tabblad.
5. Configureer instellingen voor elk item.
• Noisereductie : Bepaal de status <Inschakelen>.
Als de ruis in de omliggende omgeving te sterk is, boven de 55 tot 60dB, gebruik u de functie ruisonderdrukking.
`
Als de functie ruisonderdrukking wordt gebruikt, kan de functie geluidclassificatie verslechteren of mogelijk niet goed
functioneren, afhankelijk van de omgeving, als het oorspronkelijke geluid wordt verminderd. Als u het filter ruisonderdrukking
in een rustige omgeving gebruikt, kan de functie classificatie geluidsbron mogelijk niet goed functioneren.
• Categoriën : Selecteer een geluid om te classificeren.
Definitie geluidsbron
`
-
Schreeuwgeluid : Hard geluid gemaakt door mensen, zoals een schreeuw of gil door een volwassen man/vrouw of kinderen
-
Schotgeluid : Geluid van een geweerschot (behalve snelle, opeenvolgende geluiden van geweerschoten)
-
Explosiegeluid : Geluid van een plotselinge explosie dat het resultaat is van een destructieve actie
-
Glasbreukgeluid : Geluid van brekend glas:
6. Selecteer of overhandigen wel of niet moet worden gebruikt.
7. Configureer het programma van de bewegingsgebeurtenissen en de omstandigheden van de
bewegingsgebeurtenissen.
Voor meer informatie over <Activeringstijd> en <Instelling gebeurtenisactie>, raadpleeg 'Tijdschema'. (pagina 45)
`
8. Klik wanneer u klaar bent op [Toepassen].
In <Audio en Video> - <Audio-instellingen> wordt het aanbevolen om de audio-invoerversterking in te stellen op een
`
J
waarde van 4 tot 6.
In <Audio en Video> - <Audio-instellingen>, als u de audio-invoerbron instelt op een externe microfoon, zijn de
`
aanbevolen microfoonspecificaties als volgt.
-
Frequentiebereik: 40 tot 16.000Hz
-
Impedantie: 1,500Ω
-
Gevoeligheid: -40±3 dB (7,1~14,1 mV)
In de volgende gevallen zijn de prestaties van de geluidsbronclassificatie mogelijk verzwakt of er kan een storing optreden.
`
-
Er worden opeenvolgende geweerschotgeluiden gemaakt, zoals het geluid door een machinegeweer en niet het geluid van
een enkel schot.
-
Ruis is te sterk om te onderscheiden van de doelgeluidsbron.
-
2 of meer geluidsbronnen worden tegelijkertijd ingevoerd.
-
Classificatie geluidsbron wordt toegepast in een rustige omgeving via de functie ruisverwijdering
-
Geluid of applaus of schreeuw wordt gehoord van dichtbij (binnen 1m) van de camera
-
Een sterke geluidsbron die niet behoort tot enige andere geluidsbroncategorie zoals vliegtuiggeluiden of sirenegeluiden
wordt plotseling gegenereerd.
-
De externe microfoon voldoet niet aan de aanbevolen specificaties