4. <Ptz mode> configureren.
PTZ-modus kan worden geactiveerd door het te selecteren terwijl de camera in de
modus 5m staat en zich buiten bevindt.
Wanneer verbinding wordt gemaakt met de camera vanaf externe NVR, ISV, onze
SmartViewer, en als de PTZ-regelopdracht hier vandaan wordt gestuurd, is de PTZ-
modus die de beheerder reeds heeft geselecteerd, de modus die wordt gebruikt
voor de bediening.
Wanneer DPTZ-modus werd geselecteerd, is DPTZ alleen actief in een profiel dat is
ingesteld op DPTZ.
5. Stel de <verbindingsbeleid videoprofiel> in.
• Verbinding behouden wanneer profielinstelling wordt gewijzigd: wanneer u de
profieleigenschappen wijzigt, is dit niet van invloed op de huidige verbinding die
wordt gebruikt. De oude profieleigenschappen blijven behouden.
Wanneer deze optie niet is geselecteerd en u een profiel wijzigt die door een
bestaande verbinding wordt gebruikt, wordt de desbetreffende verbinding gereset.
6. Selecteer alle profieleigenschappen.
Voor meer details, zie "een video profiel toevoegen/wijzigen". (pagina 75)
7. Klik op het invoervak van elk item en voer een gewenste waarde in of selecteer deze.
Het contextmenu kan afwijken, afhankelijk van het geselecteerde codectype.
`
• Standaardprofiel: Als u de Webviewer gebruikt en er geen profiel is geselecteerd,
wordt het standaard videoprofiel toegepast.
• Profiel e-mail/FTP: videoprofiel dat moet worden overgezet naar de opgegeven
e-mail- of FTP-locatie.
Alleen de MJPEG-codec kan worden ingesteld als het e-mail/FTP-profiel.
`
• Opnameprofiel : Dit is het profiel dat wordt toegepast op video-opname.
• DPTZ : Als u een profiel voor DPTZ in de modus 5m selecteert, wordt het
werkbare profiel voor DPTZ geselecteerd in het DPTZ-selectievakje en het
schermgebied kan worden aangepast.
• Audio-In : Hiermee geeft u aan of u audio voor de video-opnamen wilt gebruiken.
Nederlands _73