opnieuw in, rekening houdend met de informatie in het LCD-schermmenu en de Voor-
instelbare timingmodi.
Q:
Het beeld is te licht of te donker.
A:
Pas Helderheid en Contrast aan.
(Zie Brightness, Contrast)
Q:
De schermkleur is inconsistent.
A:
Stel de optie Color Control in het OSD-menu in.
Q:
Het kleurbeeld wordt vervormd door donkere schaduwen.
A:
Stel de optie Color Control in het OSD-menu in.
Q:
De kleur wit is slecht.
A:
Stel de optie Color Control in het OSD-menu in.
Q:
Het aan/uit-lampje knippert.
A:
Het LCD-scherm is bezig met het opslaan van de aangebrachte wijzigingen in het OSD-
geheugen.
Q:
Het scherm is zwart en het aan/uit-lampje knippert elk 0,5 of 1 seconde.
A:
Het LCD-scherm gebruikt een systeem voor energiebeheer. Druk op een toets op het
toetsenbord.
Problemen in verband met het geluid
Opmerking
In de onderstaande lijst worden problemen met geluidssignalen en de oplossingen hiervoor
behandeld.
Q:
Geen geluid.
A:
Controleer of de audiokabel stevig is aangesloten op de audio-ingang van uw LCD-
scherm en de audio-uitgang van uw geluidskaart.
(Zie Aansluiten op een computer)
A:
Controleer het volumeniveau.
Q:
Geluidsniveau is te laag.
A:
Controleer het volumeniveau.
A:
Als het volume nog steeds te laag is nadat u de bediening op het maximale niveau hebt
ingesteld, moet u de volumeregeling op de geluidskaart of in het softwareprogramma
van de computer controleren.
Q:
Het geluidsniveau is te hoog of te laag.
A:
Stel Treble en Bass in op de gewenste niveaus.
Problemen oplossen