Wireless LAN (Draadloos-netwerk) (optioneel)
Wireless LAN is een optionele uitrusting. Deze functie biedt u de mogelijkheid om
draadloos een netwerkverbinding naar een bepaalde transmitter op te bouwen.
De Wireless LAN functie wordt geactiveerd of gedeactiveerd met de toetsencombinatie
Fn + F2.
Voorwaarden
Als toegangspunt kan men een zogenaamd Access Point gebruiken. Een Access Point is
een draadloos transfertoestel, dat met uw notebook communiceert en de toegang naar
het aangesloten netwerk stuurt.
LAN Access Points vindt men dikwijls in grote kantoren, luchthavens, stations,
universiteiten of internet-cafés. Ze bieden toegang tot eigen diensten en netwerken of het
internet.
Meestal worden toegangsrechten gevraagd, waar overigens doorgaans voor betaald
moet worden. Vaak vindt men ook Access Points met geïntegreerd DSL-modem. Deze
zogenaamde routers bouwen de verbinding op tussen de aanwezige DSL-
internetaansluiting en het Wireless LAN.
Ook zonder Access Point kan er een verbinding worden gemaakt met een ander
eindtoestel met Wireless LAN-functionaliteit. Hier is het echter zo, dat het netwerk zonder
router zich beperkt tot de direct verbonden toestellen.
De draadloze netwerkverbinding werkt volgens de standaard IEEE 802.11n (compatibel
volgens de standaard IEEE 802.11b/g).
Indien bij de transfer een encryptie wordt gebruikt, moet deze bij alle toestellen volgens
dezelfde handelswijze gebeuren. De encryptie is een manier om het netwerk voor toegang
door onbevoegden te beschermen.
De maximale overdrachtssnelheid kan verschillen afhankelijk van de afstand en belasting
van het accesspoint.
50
LET OP!
Gebruik de WLAN-functie niet op plaatsen (Bv.: ziekenhuizen,
vliegtuig enz.) waar zich apparaten bevinden waarvan de
werking kan beïnvloed worden door radiostralen. Schakel het
apparaat enkel in wanneer er zekerheid over bestaat dat geen
interferentie van/met andere apparaten mogelijk is.