Tabel 34. Opties voor System Setup - menu Beveiliging (vervolg)
Beveiliging
Wissen
Chassis-inbraak
Chassis-inbraakdetectie
Opstarten blokkeren totdat deze is gewist
Toegang tot verouderde
beheerbaarheidsinterface
De optie PPI overslaan voor Wissen-opdrachten is standaard uitgeschakeld.
Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie PPI overslaan voor
Wissen-opdrachten uitgeschakeld te houden.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wist de optie Wissen de informatie die is
opgeslagen in de PTT fTPM nadat het BIOS van het systeem is afgesloten. Deze
optie wordt weer op Uitgeschakeld gezet wanneer het systeem opnieuw wordt
opgestart.
De optie Wissen is standaard uitgeschakeld.
Dell Technologies raadt u aan om de optie Wissen alleen in te schakelen wanneer er
PTT fTPM-data moet worden gewist.
Hiermee kunt u de chassisintrusiefunctie beheren. Deze functie stelt de gebruiker op
de hoogte wanneer de onderplaat uit de computer wordt verwijderd.
Wanneer deze optie is ingesteld op Ingeschakeld, wordt er de volgende keer dat
het systeem wordt opgestart een melding weergegeven en wordt de gebeurtenis
vastgelegd in het BIOS-gebeurtenissenlogboek.
Wanneer deze is ingesteld op Aan-Stil, wordt de gebeurtenis vastgelegd in het
BIOS-gebeurtenissenlogboek, maar wordt er geen melding weergegeven.
Wanneer deze is ingesteld op Ingeschakeld, wordt er geen melding weergegeven
en wordt de gebeurtenis niet vastgelegd in het BIOS-gebeurtenissenlogboek.
De optie Chassis-inbraakdetectie is standaard ingeschakeld.
Voor extra beveiliging raadt Dell Technologies u aan om de optie Chassis-
inbraakdetectie ingeschakeld te houden.
Hiermee kunt u de optie Opstarten blokkeren totdat deze is gewist in- of
uitschakelen.
De optie Opstarten blokkeren totdat deze is gewist is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:
Wanneer dit is ingeschakeld, zal de computer niet opstarten
totdat de chassis-inbraak is gewist. Als het beheerderswachtwoord is ingesteld,
moet de installatie worden ontgrendeld voordat de waarschuwing kan worden
gewist.
Hiermee kan de beheerder de toegang tot de BIOS-configuratie beheren via de
optie Verouderde beheerbaarheidsinterface. Wanneer deze optie is ingeschakeld,
voorkomt dit dat de op wachtwoorden gebaseerde beheerbaarheidstools van
de BIOS-beheerder worden uitgevoerd, dat sommige Dell softwareapplicaties
configuratie-instellingen lezen en/of dat wijzigingen in de BIOS-configuratie-
instellingen worden doorgevoerd.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, ondersteunt deze optie alleen de geverifieerde
BIOS-beheerbaarheidsinterface (ABI) voor het beheren van de wijzigingen in de
BIOS-configuratie. Om deze functie te ondersteunen, moet ABI worden ingeschakeld
en ingericht.
Wanneer deze is ingesteld op Ingeschakeld, kan de verouderde
beheerbaarheidsinterface worden gebruikt om de BIOS-configuratie-instellingen te
lezen en te wijzigen.
Wanneer deze is ingesteld op Alleen lezen, kunnen de BIOS-configuratie-instellingen
worden gelezen, maar kunnen er geen wijzigingen worden doorgevoerd via de
verouderde beheerbaarheidsinterface.
Wanneer deze is ingesteld op Uitgeschakeld, is de verouderde
beheerbaarheidsinterface uitgeschakeld. Lees- en schrijfbewerkingen met betrekking
tot de BIOS-configuratie worden geblokkeerd.
BIOS-instellingen
119